Informer in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

informer:
- Informant; Spitzel; Journalist; Berichterstatter; Korrespondent; Kommentator; Wortführer; Wortführerin; Sprecher; Redner; Sprecherin; Petzer; Schnüffler; Zuträger; Spion; Anzeiger; Denunziant; Der einen Himweis gibt; Die einen Himweis gibt
Wiktionary:
- informer → Denunziant, Informant, V-Mann

Engels

Uitgebreide vertaling voor informer (Engels) in het Duits

informer:

informer [the ~] zelfstandig naamwoord

the informer (informant)
der Informant; der Spitzel
- Informant [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzel [der ~] zelfstandig naamwoord
the informer (reporter; rapporteur; commentator; informant; publicist)
der Journalist; der Berichterstatter; der Korrespondent; der Kommentator; der Informant
- Journalist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Berichterstatter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Korrespondent [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kommentator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Informant [der ~] zelfstandig naamwoord
the informer (spokesman; representative; spokesperson; informant; spokeswoman; Speaker; rapporteur; mouthpiece)
der Wortführer; die Wortführerin; der Sprecher; der Redner; die Sprecherin
- Wortführer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wortführerin [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Redner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sprecherin [die ~] zelfstandig naamwoord
the informer (tell-tale; squealer; squeaker)
der Petzer
- Petzer [der ~] zelfstandig naamwoord
the informer (squeaker; tell-tale)
der Schnüffler; der Spitzel; der Zuträger
- Schnüffler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zuträger [der ~] zelfstandig naamwoord
the informer (police spy; spy)
der Spitzel; der Zuträger; der Spion
- Spitzel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zuträger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spion [der ~] zelfstandig naamwoord
the informer (female informer; snooper)
der Anzeiger; der Denunziant; der Der einen Himweis gibt; die Die einen Himweis gibt
- Anzeiger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Denunziant [der ~] zelfstandig naamwoord
- Der einen Himweis gibt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Die einen Himweis gibt [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor informer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anzeiger	female informer; informer; snooper
Berichterstatter	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	commentator; correspondent; reporter
Denunziant	female informer; informer; snooper
Der einen Himweis gibt	female informer; informer; snooper
Die einen Himweis gibt	female informer; informer; snooper
Informant	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter; snooper
Journalist	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	commentator; correspondent; reporter
Kommentator	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter
Korrespondent	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	commentator; correspondent; reporter
Petzer	informer; squeaker; squealer; tell-tale	sneaks; talebearers; telltales
Redner	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	lecturer; orator; speaker
Schnüffler	informer; squeaker; tell-tale	browsers; denunciators; ferreter; informers; peeper; peeping Tom; pry; sniffers; snitchers; snoopers; snuff-taker; snuff-takers; spies; squealers; stoolpigeons
Spion	informer; police spy; spy	Judas-hole; cat's eye; loop-hole; observation-hole; peep-hole; reflector; spy-hole
Spitzel	informant; informer; police spy; snooper; spy; squeaker; tell-tale	accomplices; henchmen; informers; peeper; peeping Tom; secret agents; snitchers; spies; squealers; stoolpigeons
Sprecher	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	announcers; lecturer; orator; speaker; speakers
Sprecherin	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	mouthpiece; speaker; spokesperson; spokeswoman
Wortführer	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman
Wortführerin	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	mouthpiece; speaker; spokesperson; spokeswoman
Zuträger	informer; police spy; spy; squeaker; tell-tale	accomplice; confederate
-	betrayer; blabber; rat; squealer
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	squealer

Synoniemen voor "informer":

betrayer; rat; squealer; blabber; informant; source

Verwante definities voor "informer":

one who reveals confidential information in return for money¹

Wiktionary: informer

informer

noun

person who tells authorities about improper or illegal activity
- informer → Denunziant
One who informs
- informer → Informant

informer

noun

ein geheimer Informant des Nachrichtendienstes oder der Polizei, der in einer politisch extremen Organisation oder in einem der Kriminalität verdächtigten Milieu (Rotlichtmilieu, Drogenszene) integriert ist
- V-Mann → informer

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van informer

female informer

Remove Ads

Vertaal informer van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor informer (Engels) in het Duits

informer:

informer [the ~] zelfstandig naamwoord

the informer (informant)

the informer (reporter; rapporteur; commentator; informant; publicist)

the informer (spokesman; representative; spokesperson; informant; spokeswoman; Speaker; rapporteur; mouthpiece)

the informer (tell-tale; squealer; squeaker)

the informer (squeaker; tell-tale)

the informer (police spy; spy)

the informer (female informer; snooper)

Vertaal Matrix voor informer:

Synoniemen voor "informer":

Verwante definities voor "informer":

Wiktionary: informer

Verwante vertalingen van informer