Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- informal:
-
Wiktionary:
- informal → informell, familiär
- informal → formlos, burschikos
Engels
Uitgebreide vertaling voor informal (Engels) in het Duits
informal:
-
informal (casual)
unverbindlich; informell; inoffiziell-
unverbindlich bijvoeglijk naamwoord
-
informell bijvoeglijk naamwoord
-
inoffiziell bijvoeglijk naamwoord
-
-
informal (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; empty; null; short; cursory)
Vertaal Matrix voor informal:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | cosy; cozy; intimate; loose | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
informell | casual; informal | elective; facultative; off the record; optional; semi-official; unofficial |
inoffiziell | casual; informal | off the record; semi-official; unofficial |
unverbindlich | casual; informal | elective; facultative; not binding; not obliging; optional |
vergänglich | brief; casual; close; current; cursory; empty; evanescent; fleeting; informal; momentary; null; of short duration; passing; perfunctory; perishing; short; superficial; temporary; transient; transitory; volatile | poor |
zeitlich | brief; casual; close; current; cursory; empty; evanescent; fleeting; informal; momentary; null; of short duration; passing; perfunctory; perishing; short; superficial; temporary; transient; transitory; volatile | for now; in the near future; in the time coming; provisional; temporal; temporary |
Verwante woorden van "informal":
Synoniemen voor "informal":
Antoniemen van "informal":
Verwante definities voor "informal":
Wiktionary: informal
informal
informal
Cross Translation:
-
not formal or ceremonious; casual
- informal → informell
adjective
-
ohne besondere Formvorschriften; keinem festen Protokoll entsprechend
-
(insbesondere von jemandes Redeweise) frei formuliert, salopp
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• informal | → familiär | ↔ familier — Qui considérer comme appartenir à la famille. |