Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor influx (Engels) in het Duits

influx:

influx [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the influx (rush; flow; stampede; squash)
    der Zulauf; der starkeVerkehr; Gedränge; die Gedrängtheit; der Betrieb; Getreibe; der Rummel; reges Leben
  2. the influx (inflow)
    der Zustrom; der Andrang
    • Zustrom [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Andrang [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the influx (flood; high water; stream; inflow)
    Hochwasser
  4. the influx (inflow; stream)
    der Strom; der Andrang; der Zustrom; das Zuströmen

Vertaal Matrix voor influx:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Andrang inflow; influx; stream bedlam; caprice; clamor; clamour; commotion; crowd; din; gathering; group; hubbub; hullabaloo; impulse; inflow; insistence; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar; urgency; whim
Betrieb flow; influx; rush; squash; stampede business; clamor; clamour; company; concern; cooperation; corporation; enterprise; factory; firm; fuss; house; hubbub; hullabaloo; industry; noise; partnership; plant; racket; shop; trading company; trading partnership; tumult; tumultuousness; venture
Gedränge flow; influx; rush; squash; stampede agitation; ballyhoo; bedlam; bustle; clamor; clamour; commotion; crowd; din; fuss; gathering; group; hubbub; hullabaloo; hustle; hustle and bustle; noise; pandemonium; pushing; racket; tumult; tumultuousness; turbulence; unrest; uproar
Gedrängtheit flow; influx; rush; squash; stampede bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
Getreibe flow; influx; rush; squash; stampede bedlam; burrowing; bustle; clamor; clamour; commotion; crowd; din; drudgery; fuss; group; grubbing; hubbub; hullabaloo; hustle; hustle and bustle; noise; pandemonium; racket; rooting; tumult; tumultuousness; uproar
Hochwasser flood; high water; inflow; influx; stream flood; flooding; high water; inundation
Rummel flow; influx; rush; squash; stampede bedlam; bungle; bungling; clamor; clamour; commotion; confused heap; crowd; din; heap; hubbub; hullabaloo; jumble; mess; muddle; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
Strom inflow; influx; stream brook; creek; current; electric current; electricity; inflow; power; river; rivulet; stream; zip; zip-fastener; zipper
Zulauf flow; influx; rush; squash; stampede
Zustrom inflow; influx; stream inflow
das Zuströmen inflow; influx; stream
reges Leben flow; influx; rush; squash; stampede bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
starkeVerkehr flow; influx; rush; squash; stampede clamor; clamour; hubbub; hullabaloo; noise; racket; tumult; tumultuousness
- inflow
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- inflow

Verwante woorden van "influx":

  • influxes

Synoniemen voor "influx":


Antoniemen van "influx":


Verwante definities voor "influx":

  1. the process of flowing in1

Wiktionary: influx

influx
noun
  1. inward flow

Cross Translation:
FromToVia
influx Flut; Zufluss afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.