Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. imposition:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor imposition (Engels) in het Duits

imposition:

imposition [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the imposition (laying on)
    die Auferlegung

Vertaal Matrix voor imposition:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auferlegung imposition; laying on
- infliction
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- duty; steel facing; tax

Verwante woorden van "imposition":

  • impositions

Synoniemen voor "imposition":


Verwante definities voor "imposition":

  1. the act of imposing something (as a tax or an embargo)1
  2. an uncalled-for burden1
    • he listened but resented the imposition1

Wiktionary: imposition

imposition
noun
  1. Frechheit, Respektlosigkeit, inakzeptabel Verhalten oder Ergebnis
  2. schweizerisch, veraltend: Zumutung (etwas Unzumutbares)