Hug in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

hug:
- Knuddel; Streicheleinheit; Liebkosung; Umarmung; Schmuserei
- kuscheln; knuddeln; schmusen; streicheln; liebkosen; kosen; umarmen; umschlingen
Wiktionary:
- hug → umarmen, drücken
- hug → Umarmung
- hug → Liebkosung, umarmen, Umarmung

Engels

Uitgebreide vertaling voor hug (Engels) in het Duits

hug:

hug [the ~] zelfstandig naamwoord

the hug (caress)
der Knuddel; die Streicheleinheit; die Liebkosung
- Knuddel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Streicheleinheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Liebkosung [die ~] zelfstandig naamwoord
the hug (embrace)
die Umarmung
- Umarmung [die ~] zelfstandig naamwoord
the hug (caress; cuddle; fondling)
die Liebkosung; die Streicheleinheit; die Umarmung
- Liebkosung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Streicheleinheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Umarmung [die ~] zelfstandig naamwoord
the hug
die Schmuserei
- Schmuserei [die ~] zelfstandig naamwoord

to hug werkwoord (hugs, hugged, hugging)

to hug (cuddle; fondle; stroke; caress)
kuscheln; knuddeln; schmusen; streicheln; liebkosen; kosen
- kuscheln werkwoord (kuschele, kuschelst, kuschelt, kuschelte, kuscheltet, gekuschelt)
- knuddeln werkwoord (knuddele, knuddelst, knuddelt, knuddelte, knuddeltet, geknuddelt)
- schmusen werkwoord (schmuse, schmusst, schmust, schmuste, schmustet, geschmust)
- streicheln werkwoord (streichele, streichelst, streichelt, streichelte, streicheltet, gestreichelt)
- liebkosen werkwoord (liebkose, liebkosest, liebkost, liebkoste, liebkostet, liebgekost)
- kosen werkwoord (kose, kosst, kost, koste, kostet, gekost)
to hug (embrace; cuddle)
umarmen; umschlingen
- umarmen werkwoord (umarme, umarmst, umarmt, umarmte, umarmtet, umarmt)
- umschlingen werkwoord (schlinge um, schlingst um, schlingt um, schlingte um, schlingtet um, umgeslingt)
to hug (caress; cuddle; pet; chuck)
kosen; liebkosen
- kosen werkwoord (kose, kosst, kost, koste, kostet, gekost)
- liebkosen werkwoord (liebkose, liebkosest, liebkost, liebkoste, liebkostet, liebgekost)
to hug (caress; pet)
knuddeln
- knuddeln werkwoord (knuddele, knuddelst, knuddelt, knuddelte, knuddeltet, geknuddelt)

Conjugations for hug:

present

hug
hug
hugs
hug
hug
hug

simple past

hugged
hugged
hugged
hugged
hugged
hugged

present perfect

have hugged
have hugged
has hugged
have hugged
have hugged
have hugged

past continuous

was hugging
were hugging
was hugging
were hugging
were hugging
were hugging

future

shall hug
will hug
will hug
shall hug
will hug
will hug

continuous present

am hugging
are hugging
is hugging
are hugging
are hugging
are hugging

subjunctive

be hugged
be hugged
be hugged
be hugged
be hugged
be hugged

diverse

hug!
let's hug!
hugged
hugging

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor hug:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Knuddel	caress; hug
Liebkosung	caress; cuddle; fondling; hug	caress; stroking
Schmuserei	hug	cuddling; love-making; necking; petting
Streicheleinheit	caress; cuddle; fondling; hug	caress; stroking
Umarmung	caress; cuddle; embrace; fondling; hug
-	clinch; squeeze
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
knuddeln	caress; cuddle; fondle; hug; pet; stroke	arouse; cherish; coddle; excite; nourish; nurse; stimulate; stir up
kosen	caress; chuck; cuddle; fondle; hug; pet; stroke	arouse; excite; stimulate; stir up
kuscheln	caress; cuddle; fondle; hug; stroke	cherish; coddle; nourish; nurse
liebkosen	caress; chuck; cuddle; fondle; hug; pet; stroke
schmusen	caress; cuddle; fondle; hug; stroke	cherish; coddle; nourish; nurse
streicheln	caress; cuddle; fondle; hug; stroke	be nice; be sweet; caress; cherish; coddle; nourish; nurse
umarmen	cuddle; embrace; hug
umschlingen	cuddle; embrace; hug
-	bosom; embrace; squeeze
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
liebkosen		caressed; fondled; petted; stroked

Verwante woorden van "hug":

hugs, huger, hugest

Synoniemen voor "hug":

clinch; squeeze; embrace; embracing; embracement
embrace; bosom; squeeze; clasp
touch; adjoin; meet; contact

Verwante definities voor "hug":

a tight or amorous embrace¹
- come here and give me a big hug¹
fit closely or tightly¹
- The dress hugged her hips¹
squeeze (someone) tightly in your arms, usually with fondness¹
- He hugged her close to him¹

Wiktionary: hug

hug

verb

embrace
- hug → umarmen; drücken
cling closely together
- hug → umarmen

noun

affectionate embrace
- hug → Umarmung

hug

noun

das Umfassen des Oberkörpers oder des Halses mit beiden Armen; Geste der Zuneigung
- Umarmung → embrace; hug

verb

jemanden oder etwas in die Arme nehmen
- umarmen → embrace; hug

Cross Translation:

From	To	Via
• hug	→ Liebkosung	↔ knuffel — één van de meest voorkomende menselijke gebaren, naast het geven van een kus, om affectie te tonen
• hug	→ Liebkosung	↔ caresse — Témoignage d’affection, de tendresse ou de sensualité que l’on donne à quelqu’un
• hug	→ umarmen	↔ embrasser — serrer, étreindre dans ses bras
• hug	→ Umarmung	↔ étreinte — action ou manière de presser entre ses bras.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal hug van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor hug (Engels) in het Duits

hug:

hug [the ~] zelfstandig naamwoord

the hug (caress)

the hug (embrace)

the hug (caress; cuddle; fondling)

the hug