Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal household

Vertaal household van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

household:
- Familie; Verwandtschaft; Sippe; Sippschaft; Dynastie; Privathaushalt
Wiktionary:
- household → Haushalt
- household → häuslich, Heim, Haushalt, Hauswirtschaft, Gemeinschaft, Hausstand

Engels

Uitgebreide vertaling voor household (Engels) in het Duits

household:

household [the ~] zelfstandig naamwoord

the household (family; family unit)
die Familie; die Verwandtschaft; die Sippe; die Sippschaft; die Dynastie
- Familie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verwandtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sippe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sippschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dynastie [die ~] zelfstandig naamwoord
the household
Privathaushalt
- Privathaushalt

Vertaal Matrix voor household:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dynastie	family; family unit; household	dynasty; race; reign; tribe
Familie	family; family unit; household	dynasty; family; race; reign; tribe
Sippe	family; family unit; household
Sippschaft	family; family unit; household	brood; brooding; mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum; sitting
Verwandtschaft	family; family unit; household	family; kin; kinsperson; likeness; relationship; resemblance; similarity
-	family; home; house; menage
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Privathaushalt	household

Verwante woorden van "household":

households

Synoniemen voor "household":

family; house; home; menage; unit; social unit

Verwante definities voor "household":

a social unit living together¹
- It was a good Christian household¹

Wiktionary: household

household

noun

those living in the same residence
- household → Haushalt

household

noun

Personengruppe, die zu [1a] gehört
- Haushalt → household

Cross Translation:

From	To	Via
• household	→ häuslich	↔ domestique — Qui est de la maison
• household	→ Heim	↔ foyer — Maison, demeure
• household	→ Haushalt; Hauswirtschaft	↔ ménage — Gouvernement domestique.
• household	→ Gemeinschaft	↔ ménage — Union.
• household	→ Hausstand; Hauswirtschaft; Haushalt	↔ ménage — Ensemble des personnes dont une famille est composée.
• household	→ Haushalt; Hausstand	↔ ménage — Association d’un homme et d’une femme mariés ensemble.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van household

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University