Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- gripping:
-
grip:
- Handgriff; Griff; Henkel; Trick; Kniff; Kunstgriff; Stiel
- klammern; umklammern; zwängen; packen; greifen; fangen; fassen; erfassen; kriegen; festnehmen; einpacken; ergreifen; erwischen; eingreifen; abfangen; erhaschen; verhaften; verwickeln; überlisten; klemmen; grapschen; krallen; wegkappern; festhalten; anfassen; anpacken; festgreifen; zugreifen
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor gripping (Engels) in het Duits
gripping:
-
gripping (heart warming; touching; compelling; emotional; stirring; moving; thrilling)
emotional; rührend; ergreifend; herzzerreißend; bewegend; herzergreifend; tragisch-
emotional bijvoeglijk naamwoord
-
rührend bijvoeglijk naamwoord
-
ergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
herzzerreißend bijvoeglijk naamwoord
-
bewegend bijvoeglijk naamwoord
-
herzergreifend bijvoeglijk naamwoord
-
tragisch bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gripping:
Synoniemen voor "gripping":
Verwante definities voor "gripping":
grip:
-
to grip (clasp; clutch; grasp; seize)
-
to grip (grab; catch; seize; capture; trap)
-
to grip (snatch away; grasp; caught; snatch; seize; catch; drag; clutch; yearn; reach; slog away; toil and moil; rummage about; rout; clasp; pilfer; snout; slave away; stick; root; scratch)
-
to grip (grab; clamp; grasp; take hold of; clasp; catch; seize)
festhalten; greifen; anfassen; anpacken; festgreifen; fassen; zugreifen-
festgreifen werkwoord (greife fest, greifst fest, greift fest, griff fest, grifft fest, festgegriffen)
Conjugations for grip:
present
- grip
- grip
- grips
- grip
- grip
- grip
simple past
- gripped
- gripped
- gripped
- gripped
- gripped
- gripped
present perfect
- have gripped
- have gripped
- has gripped
- have gripped
- have gripped
- have gripped
past continuous
- was gripping
- were gripping
- was gripping
- were gripping
- were gripping
- were gripping
future
- shall grip
- will grip
- will grip
- shall grip
- will grip
- will grip
continuous present
- am gripping
- are gripping
- is gripping
- are gripping
- are gripping
- are gripping
subjunctive
- be gripped
- be gripped
- be gripped
- be gripped
- be gripped
- be gripped
diverse
- grip!
- let's grip!
- gripped
- gripping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor grip:
Verwante woorden van "grip":
Synoniemen voor "grip":
Verwante definities voor "grip":
Wiktionary: grip
grip
Cross Translation:
noun
grip
-
A handle or other place to grip
- grip → Griff
-
A hold or way of holding, particularly with the hand
- grip → Griff
-
to take hold
- grip → greifen; festhalten
verb
noun
-
Medizin: eine akute, fieberhafte Virus-Infektion, vorwiegend mit Entzündung der Atemwege, welche endemisch, epidemisch oder pandemisch auftritt und durch das Influenza-Virus verursacht wird
-
Physik: Halt auf einer Oberfläche
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grip | → greifen; ergreifen | ↔ grijpen — plotseling iets of iemand beetpakken |
• grip | → Grippe | ↔ griep — een vierusziekte die jaarlijks vele mensen ziek maakt en die voor ouderen gevaarlijk kan zijn |
• grip | → greifen; angreifen; ergreifen | ↔ agripper — sens transitif |
• grip | → greifen; ergreifen | ↔ empoigner — prendre et serrer avec le poing. |
• grip | → Griff; Handgriff; Hebel | ↔ poignée — Pièce permettant d'avoir une action manuelle sur un organe mécanique. |
• grip | → Halten; Festhalten | ↔ tenue — Action de tenir |
Computer vertaling door derden: