Uitgebreide vertaling voor going out (Engels) in het Duits
going out:
-
ausgehen;
stapfen;
bummeln;
im Schritt gehen;
schreiten;
gehen;
ludern;
steigen
-
ausgehen
werkwoord
(gehe aus, gehst aus, geht aus, ging aus, ginget aus, ausgegangen)
-
stapfen
werkwoord
(stapfe, stapfst, stapft, stapfte, stapftet, gestapft)
-
bummeln
werkwoord
(bummele, bummelst, bummelt, bummelte, bummeltet, gebummelt)
-
-
schreiten
werkwoord
(schreite, schreitest, schreitet, schrittet, geschritten)
-
gehen
werkwoord
(gehe, gehst, geht, ging, gingt, gegangen)
-
ludern
werkwoord
(ludere, luderst, ludert, luderte, ludertet, geludert)
-
steigen
werkwoord
(steige, steigst, steigt, stieg, stiegt, gestiegen)
Vertaal Matrix voor going out:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van going out