Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
free:
- entlassen; freimachen; erlösen; freigeben; freilassen; befreien; entbinden; sich von einer Last
- frei; unbesetzt; in Freiheit; kostenlos; kostenfrei; umsonst; gebührenfrei; unentgeltlich; verfügbar; vorhanden; zur Verfügung stehend; ungezwungen; einfach; gemächlich; mühelos; harmlos; gewöhnlich; licht; glatt; einfältig; gefügig; zwanglos; simpel; ungekünstelt; imHandumdrehen; leicht; sanft; schlicht; gelinde; anspruchslos; kindisch; formlos
- frei
-
Wiktionary:
- free → Freistoss
- free → befreien, freisetzen, freilassen
- free → frei von, befreit, entlassen, frei, ungebunden, unbesetzt, umsonst, gratis, kostenlos
- free → umsonst
- free → frei, kostenlos, gratis, frankieren, freimachen, mit Marken versehen, mit Briefmarken versehen, befreien, entledigen, erledigen, freilassen, frei machen, unabhängig, wieder gutmachen, wieder verbessern, bessern, ausbessern, verbessern, veredeln, besser machen
Engels
Uitgebreide vertaling voor free (Engels) in het Duits
free:
Conjugations for free:
present
- free
- free
- frees
- free
- free
- free
simple past
- freed
- freed
- freed
- freed
- freed
- freed
present perfect
- have freed
- have freed
- has freed
- have freed
- have freed
- have freed
past continuous
- was freeing
- were freeing
- was freeing
- were freeing
- were freeing
- were freeing
future
- shall free
- will free
- will free
- shall free
- will free
- will free
continuous present
- am freeing
- are freeing
- is freeing
- are freeing
- are freeing
- are freeing
subjunctive
- be freed
- be freed
- be freed
- be freed
- be freed
- be freed
diverse
- free!
- let's free!
- freed
- freeing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
free (at liberty; freely)
frei; unbesetzt; in Freiheit-
frei bijvoeglijk naamwoord
-
unbesetzt bijvoeglijk naamwoord
-
in Freiheit bijvoeglijk naamwoord
-
-
free (free of charge; gratis; gratuitous; for free)
kostenlos; kostenfrei; frei; umsonst; gebührenfrei; unentgeltlich-
kostenlos bijvoeglijk naamwoord
-
kostenfrei bijvoeglijk naamwoord
-
frei bijvoeglijk naamwoord
-
umsonst bijvoeglijk naamwoord
-
gebührenfrei bijvoeglijk naamwoord
-
unentgeltlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
free (available; vacant; unconstrained; uninhibited; at liberty; freely; at someone's disposal)
verfügbar; vorhanden; zur Verfügung stehend; frei-
verfügbar bijvoeglijk naamwoord
-
vorhanden bijvoeglijk naamwoord
-
zur Verfügung stehend bijvoeglijk naamwoord
-
frei bijvoeglijk naamwoord
-
-
free (effortless; freely; easy)
ungezwungen; einfach; gemächlich; mühelos; harmlos; gewöhnlich; licht; glatt; einfältig; gefügig; zwanglos; simpel; ungekünstelt; imHandumdrehen; leicht; sanft; schlicht; gelinde; anspruchslos; kindisch; formlos-
ungezwungen bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
gemächlich bijvoeglijk naamwoord
-
mühelos bijvoeglijk naamwoord
-
harmlos bijvoeglijk naamwoord
-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
licht bijvoeglijk naamwoord
-
glatt bijvoeglijk naamwoord
-
einfältig bijvoeglijk naamwoord
-
gefügig bijvoeglijk naamwoord
-
zwanglos bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
ungekünstelt bijvoeglijk naamwoord
-
imHandumdrehen bijvoeglijk naamwoord
-
leicht bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
gelinde bijvoeglijk naamwoord
-
anspruchslos bijvoeglijk naamwoord
-
kindisch bijvoeglijk naamwoord
-
formlos bijvoeglijk naamwoord
-
-
free
– Free time appears with a clear availability indicator and is seen as available when others view your Calendar. An appointment of zero duration, while visible in the selected block of time when viewing days, shows as free time to others. 1
Vertaal Matrix voor free:
Verwante woorden van "free":
Synoniemen voor "free":
Antoniemen van "free":
Verwante definities voor "free":
Wiktionary: free
free
Cross Translation:
noun
free
-
abbreviation of free kick
- free → Freistoss
-
make free
- free → befreien; freisetzen
-
-
-
software: with very few limitations on distribution or improvement
- free → frei
-
without obligations
- free → frei; ungebunden
-
not in use
-
unobstructed
- free → frei
-
unconstrained
- free → frei; ungebunden
-
obtainable without payment
-
not imprisoned
- free → ungebunden; frei
adjective
-
nicht mit Kosten verbunden
-
freiberuflich, freischaffend
-
unabhängig, nicht gefangen, nicht versklaven
- frei → liberated; emancipated; free
-
ungehindert
-
frei von: ohne
-
uneingeschränkt
-
kostenlos, umsonst
-
ein Lebewesen in die Freiheit entlassen
-
reflexiv: aus einer Zwangslage entkommen
Cross Translation: