Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
forward:
- verfrühen; vorziehen; früher ausführen als geplant; vorverlegen; jemand etwas zuschicken; nachsenden; nachschicken; weiterschicken; weiterleiten
- vorwaerts; fortgeschritten; progressiv; fortschrittlich; fort; verschwunden; weg; futsch; wohlerzogen; ansprechbar; zugänglich; zuvorkommend
- Angriffsspieler; Stürmer
-
Wiktionary:
- forward → Bug, Stürmer
- forward → weiterleiten, nachsenden, absenden
- forward → vorne, vorn, vorwärts, ab, [[ab diesem Tag]]
- forward → vorlaut, vorder
- forward → weitergeben, abfertigen, befördern, expedieren, fortsenden, spedieren, absenden, wegschicken, aufgeben, verfrachten, vorig, Vorder-, vordere, vorherig, vorhergehend, vorangegangen
Engels
Uitgebreide vertaling voor forwards (Engels) in het Duits
forwards:
Vertaal Matrix voor forwards:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ahead; forrad; forrader; forrard; forward; frontward; frontwards; onward; onwards |
Verwante woorden van "forwards":
Synoniemen voor "forwards":
Antoniemen van "forwards":
Verwante definities voor "forwards":
forwards vorm van forward:
-
to forward (advance)
verfrühen; vorziehen; früher ausführen als geplant; vorverlegen-
vorziehen werkwoord
-
früher ausführen als geplant werkwoord
-
vorverlegen werkwoord (verlege vor, verlegst vor, verlegt vor, verlegte vor, verlegtet vor, vorgelegt)
-
to forward (send; remit; send to)
-
to forward (send after)
nachsenden; nachschicken-
nachschicken werkwoord (schicke nach, schickst nach, schickt nach, schickte nach, schicktet nach, nachgeschickt)
-
to forward (send on; redirect)
weiterschicken; nachsenden; nachschicken-
weiterschicken werkwoord (schicke weiter, schickst weiter, schickt weiter, schickte weiter, schicktet weiter, weitergeschickt)
-
nachschicken werkwoord (schicke nach, schickst nach, schickt nach, schickte nach, schicktet nach, nachgeschickt)
-
-
to forward
– To send a received e-mail message or calendar item, either modified or in its entirety, to a new recipient. 2weiterleiten-
weiterleiten werkwoord (leite weiter, leitest weiter, leitet weiter, leitete weiter, leitetet weiter, weitergeleitet)
-
-
to forward
– To move a call to another phone before the call is answered. 2weiterleiten-
weiterleiten werkwoord (leite weiter, leitest weiter, leitet weiter, leitete weiter, leitetet weiter, weitergeleitet)
-
Conjugations for forward:
present
- forward
- forward
- forwards
- forward
- forward
- forward
simple past
- forwarded
- forwarded
- forwarded
- forwarded
- forwarded
- forwarded
present perfect
- have forwarded
- have forwarded
- has forwarded
- have forwarded
- have forwarded
- have forwarded
past continuous
- was forwarding
- were forwarding
- was forwarding
- were forwarding
- were forwarding
- were forwarding
future
- shall forward
- will forward
- will forward
- shall forward
- will forward
- will forward
continuous present
- am forwarding
- are forwarding
- is forwarding
- are forwarding
- are forwarding
- are forwarding
subjunctive
- be forwarded
- be forwarded
- be forwarded
- be forwarded
- be forwarded
- be forwarded
diverse
- forward!
- let's forward!
- forwarded
- forwarding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
forward
-
forward (progressive; sophisticated; advanced)
fortgeschritten; progressiv; fortschrittlich-
fortgeschritten bijvoeglijk naamwoord
-
progressiv bijvoeglijk naamwoord
-
fortschrittlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
forward (onwards; forth; along)
fort; verschwunden; weg; futsch-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
verschwunden bijvoeglijk naamwoord
-
weg bijvoeglijk naamwoord
-
futsch bijvoeglijk naamwoord
-
-
forward (well bred; polite; well-mannered; courteous; complaisant; mannerly; civil; pliable; pliant; responsive; courtly; chivalrous; obliging; well-educated; well educated)
wohlerzogen-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
-
forward (pliant; approachable; responsive; obliging; pliable; complaisant; graciously)
ansprechbar; zugänglich; zuvorkommend-
ansprechbar bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
zuvorkommend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor forward:
Verwante woorden van "forward":
Synoniemen voor "forward":
Antoniemen van "forward":
Verwante definities voor "forward":
Wiktionary: forward
forward
Cross Translation:
noun
forward
-
front part of a vessel
- forward → Bug
-
send (something received) to a third party
- forward → weiterleiten; nachsenden
-
towards the front
-
in the usual direction of travel
- forward → vorwärts
-
into the future
verb
-
Brief, Päckchen oder andere Sendungsarten oder Waren bei einem Logistikunternehmen zwecks Transport an ein Ziel aufgeben
-
etwas (meist eine Information) unverändert weitergeben, etwas übermitteln
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• forward | → weitergeben | ↔ doorgeven — iets wat men ontvangen heeft aan de volgende persoon geven |
• forward | → abfertigen; befördern; expedieren; fortsenden; spedieren; absenden; wegschicken; aufgeben; verfrachten | ↔ expédier — Se hâter d’exécuter ou de conclure quelque chose. |
• forward | → vorig; Vorder-; vordere; vorherig; vorhergehend; vorangegangen | ↔ précédent — Qui précéder, qui est immédiatement avant, en parlant ordinairement par rapport au temps. |