Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- foreign:
-
Wiktionary:
- foreign → fremd, ausländisch
- foreign → ausländisch, Fremdsprache
Engels
Uitgebreide vertaling voor foreign (Engels) in het Duits
foreign:
-
foreign (abroad; in foreign parts)
ausländisch; äußer; draußen; fremd; auswärtig; aus einem fremden Land-
ausländisch bijvoeglijk naamwoord
-
äußer bijvoeglijk naamwoord
-
draußen bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
auswärtig bijvoeglijk naamwoord
-
aus einem fremden Land bijvoeglijk naamwoord
-
-
foreign (exotic; outlandish)
fremd; außergewöhnlich; merkwürdig; besonder; bizarr; sonderbar; eigenartig; fremdartig; eigentümlich; seltsam; absonderlich-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
bizarr bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
foreign (strange; queer; outlandish; odd; alien; exotic; funny)
merkwürdig; komisch; fremd; eigenartig; besonder; extravagant; eigen; sonderbar; eigentümlich; exzentrisch; absonderlich; fremdartig-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor foreign:
Verwante woorden van "foreign":
Synoniemen voor "foreign":
Antoniemen van "foreign":
Verwante definities voor "foreign":
Wiktionary: foreign
foreign
Cross Translation:
adjective
foreign
-
in a place where it does not belong
- foreign → fremd
-
belonging to a different culture
- foreign → fremd
-
from a different country
- foreign → fremd; ausländisch
adjective
-
auf das Ausland bezogen oder sich auf das Ausland beziehend, in der Art und Weise des Auslandes; im Ausland ansässig, aus diesem stammend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• foreign | → ausländisch | ↔ buitenlands — op het buitenland betrekking hebbend |
• foreign | → ausländisch | ↔ allochtoon — uit een ander land afkomstig |
• foreign | → ausländisch; Fremdsprache | ↔ étranger — Qui vient d’un autre pays. |