Engels
Uitgebreide vertaling voor forbear (Engels) in het Duits
forbear: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- for: denn; zu; für; nach
- bear: ausgestreckt halten; einziehen; kassieren; einfordern; eintreiben; einkassieren; tragen; erfahren; erleben; bestehen; leiden; fühlen; sinken; vertragen; ertragen; ausgeben; überstehen; erleiden; stehlen; aushalten; verzehren; durchhalten; untergehen; verdauen; dulden; verbrauchen; aufbrauchen; zehren; erdulden; ausharren; standhalten; überdauern; durchmachen; aufzehren; schleppen; hervorbringen; schwer zu trägen sein; verkraften; verstauen; Bär
forbear:
Vertaal Matrix voor forbear:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | forebear | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | hold back; refrain |