Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fluctuating:
  2. fluctuate:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fluctuating (Engels) in het Duits

fluctuating:

fluctuating bijvoeglijk naamwoord

  1. fluctuating (drifting; changing; swinging)
    schwankend; wackelig

Vertaal Matrix voor fluctuating:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- varying
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schwankend changing; drifting; fluctuating; swinging; wobbling; wobbly changeable; dilatory; hesitating; hesitatingly; mentally unstable; reluctantly; rickety; staggering; toddling; tottering; unsettled; unstable; variable; varying; waddling; wavering
wackelig changing; drifting; fluctuating; swinging; wobbling; wobbly mentally unstable; ragged; ramshackle; rickety; staggering; toddling; tottering; unsettled; unstable; unsteady; waddling; wavering; wobbling; wobbly; wonky

Verwante woorden van "fluctuating":


Synoniemen voor "fluctuating":


Verwante definities voor "fluctuating":

  1. having unpredictable ups and downs1
    • fluctuating prices1

Wiktionary: fluctuating


Cross Translation:
FromToVia
fluctuating Variable variable — Qui est susceptible de changer, de varier, d’évoluer.

fluctuate:

to fluctuate werkwoord (fluctuates, fluctuated, fluctuating)

  1. to fluctuate (vary)
    schwanken; taumeln; wanken
    • schwanken werkwoord (schwanke, schwankst, schwankt, schwankte, schwanktet, geschwankt)
    • taumeln werkwoord (taumele, taumelst, taumelt, taumelte, taumeltet, getaumelt)
    • wanken werkwoord (wanke, wankst, wankt, wankte, wanktet, gewankt)

Conjugations for fluctuate:

present
  1. fluctuate
  2. fluctuate
  3. fluctuates
  4. fluctuate
  5. fluctuate
  6. fluctuate
simple past
  1. fluctuated
  2. fluctuated
  3. fluctuated
  4. fluctuated
  5. fluctuated
  6. fluctuated
present perfect
  1. have fluctuated
  2. have fluctuated
  3. has fluctuated
  4. have fluctuated
  5. have fluctuated
  6. have fluctuated
past continuous
  1. was fluctuating
  2. were fluctuating
  3. was fluctuating
  4. were fluctuating
  5. were fluctuating
  6. were fluctuating
future
  1. shall fluctuate
  2. will fluctuate
  3. will fluctuate
  4. shall fluctuate
  5. will fluctuate
  6. will fluctuate
continuous present
  1. am fluctuating
  2. are fluctuating
  3. is fluctuating
  4. are fluctuating
  5. are fluctuating
  6. are fluctuating
subjunctive
  1. be fluctuated
  2. be fluctuated
  3. be fluctuated
  4. be fluctuated
  5. be fluctuated
  6. be fluctuated
diverse
  1. fluctuate!
  2. let's fluctuate!
  3. fluctuated
  4. fluctuating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor fluctuate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schwanken fluctuate; vary be changeable; be indecised; be unstable; brood over; craddle; cradle; defer; delay; deter; doubt; falter; heave; hesitate; linger; lull; oscillate; procrastinate; put off; question; rock; roll; stagger; sway; swing; tarry; vacillate; waddle; waver; wobble
taumeln fluctuate; vary confuse; cradle; drop; fall; make dizzy; rock; roll; somersault; stagger; sway; swing; trip up; tumble; waddle
wanken fluctuate; vary brood over; cradle; defer; delay; deter; doubt; falter; hesitate; linger; rock; roll; stagger; sway; swing; tarry; waddle; waver
- vacillate; waver

Verwante woorden van "fluctuate":


Synoniemen voor "fluctuate":


Verwante definities voor "fluctuate":

  1. be unstable1
    • The stock market fluctuates1
  2. move or sway in a rising and falling or wavelike pattern1
  3. cause to fluctuate or move in a wavelike pattern1

Wiktionary: fluctuate

fluctuate
verb
  1. to vary irregularly; to swing
fluctuate
verb
  1. eine ständige Veränderung zwischen Hoch und Tief, schwanken

Cross Translation:
FromToVia
fluctuate flutuieren fluctueren — onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen