Fish in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

fish:
- Fisch
- fischen; angeln
Wiktionary:
- fish → angeln, fischen, schöpfen
- fish → Fischzug, Fisch
- fish → Fisch, fischen

Engels

Uitgebreide vertaling voor fish (Engels) in het Duits

fish:

fish [the ~] zelfstandig naamwoord

the fish
der Fisch
- Fisch [der ~] zelfstandig naamwoord

to fish werkwoord (fishes, fished, fishing)

to fish (angle)
fischen; angeln
- fischen werkwoord (fische, fischst, fischt, fischte, fischtet, gefischt)
- angeln werkwoord (angele, angelst, angelt, angelte, angeltet, geangelt)

Conjugations for fish:

present

fish
fish
fishes
fish
fish
fish

simple past

fished
fished
fished
fished
fished
fished

present perfect

have fished
have fished
has fished
have fished
have fished
have fished

past continuous

was fishing
were fishing
was fishing
were fishing
were fishing
were fishing

future

shall fish
will fish
will fish
shall fish
will fish
will fish

continuous present

am fishing
are fishing
is fishing
are fishing
are fishing
are fishing

subjunctive

be fished
be fished
be fished
be fished
be fished
be fished

diverse

fish!
let's fish!
fished
fishing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor fish:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fisch	fish
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angeln	angle; fish
fischen	angle; fish	bail out; bale out
-	angle

Verwante woorden van "fish":

fishing, fishes

Synoniemen voor "fish":

aquatic vertebrate
food; solid food
Pisces; Fish; person; individual; someone; somebody; mortal; soul
Pisces the Fishes; sign of the zodiac; star sign; sign; mansion; house; planetary house
angle; search; seek; look for
catch; grab; take hold of

Verwante definities voor "fish":

any of various mostly cold-blooded aquatic vertebrates usually having scales and breathing through gills¹
- the shark is a large fish¹
- in the living room there was a tank of colorful fish¹
the flesh of fish used as food¹
- in Japan most fish is eaten raw¹
- after the scare about foot-and-mouth disease a lot of people started eating fish instead of meat¹
- they have a chef who specializes in fish¹
catch or try to catch fish or shellfish¹
- I like to go fishing on weekends¹
seek indirectly¹
- fish for compliments¹

Wiktionary: fish

fish

verb

intransitive: to try to catch fish
- fish → angeln; fischen

noun

period of time spent fishing
- fish → Fischzug
flesh of fish as food
- fish → Fisch
vertebrate animal
- fish → Fisch

fish

verb

Tiere fangen, die im Wasser leben
- fischen → fish
dabei sein, versuchen, Fische zu fangen
- angeln → angle; fish
-
- schöpfen → draw; scoop; fish

noun

kein Plural: Fleisch von [1] als Lebensmittel
- Fisch → fish
Zoologie: Tier, das unter Wasser lebt und durch Kiemen atmen
- Fisch → fish

Cross Translation:

From	To	Via
• fish	→ Fisch	↔ vis — het vlees van een vis
• fish	→ Fisch	↔ vis — Pisces, gewerveld dier met kieuwen, levend in water
• fish	→ Fisch	↔ poisson — Animal vivant dans l’eau.
• fish	→ fischen	↔ pêcher — Prendre du poisson

Verwante vertalingen van fish

Remove Ads

Vertaal fish van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor fish (Engels) in het Duits

fish:

fish [the ~] zelfstandig naamwoord

the fish

to fish werkwoord (fishes, fished, fishing)

to fish (angle)

Conjugations for fish:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor fish:

Verwante woorden van "fish":

Synoniemen voor "fish":

Verwante definities voor "fish":

Wiktionary: fish

Verwante vertalingen van fish