Fervour in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

fervour:
- Interesse; Fascinierung; Liebe; Fleiß; Geschäftigkeit; Arbeitseifer; Eifer; Emsigkeit; Schwung; Elan; Stärke; Intensität; Heftigkeit; Schärfe; Leidenschaftlichkeit; Inbrunst; Brunst; Ungestüm; Stachlichkeit; Bissigkeit; Grimmigkeit
Wiktionary:
- fervour → Inbrunst
- fervour → Eifer, Inbrunst

Engels

Uitgebreide vertaling voor fervour (Engels) in het Duits

fervour:

fervour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

the fervour (fascination; interest; fervor)
die Interesse; die Fascinierung
- Interesse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fascinierung [die ~] zelfstandig naamwoord
the fervour (love; warm heartedness; affection; ardour; intimacy; ardor; fervor)
die Liebe
- Liebe [die ~] zelfstandig naamwoord
the fervour (assiduity; diligence; diligentness; zeal; industriousness; industry; fervor)
der Fleiß; die Geschäftigkeit; die Arbeitseifer; der Eifer; die Emsigkeit
- Fleiß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geschäftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitseifer [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eifer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Emsigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
the fervour (élan; diligence; ardor; zeal; zest; assiduity; ardour; fervor)
der Schwung; der Elan
- Schwung [der ~] zelfstandig naamwoord
- Elan [der ~] zelfstandig naamwoord
the fervour (vehemence; intensity; fierceness; violence; fervor)
die Stärke; die Intensität; die Heftigkeit; der Eifer; die Schärfe; die Leidenschaftlichkeit; die Inbrunst; die Brunst; Ungestüm; die Stachlichkeit; die Bissigkeit; die Grimmigkeit
- Stärke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intensität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eifer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schärfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Leidenschaftlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Inbrunst [die ~] zelfstandig naamwoord
- Brunst [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ungestüm [das ~] zelfstandig naamwoord
- Stachlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bissigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grimmigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fervour:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arbeitseifer	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
Bissigkeit	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	acidity; bitchiness; bittyness; cattishness; curtness; fierceness; intensity; sharpness; snappiness; snappishness; vehemence; violence
Brunst	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence
Eifer	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; fierceness; industriousness; industry; intensity; vehemence; violence; zeal	activity; ambition; amusement; aspirations; bustle; diligence; efficacy; fierceness; fun; gusto; industry; intensity; lust; momentum; passion; pleasure; vehemence; vigor; vigour; violence; zeal; zest
Elan	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan
Emsigkeit	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	activity; ballyhoo; bedlam; bustle; clamor; clamour; commotion; crowd; diligence; din; fuss; haste; hastiness; hubbub; hullabaloo; hurry; industry; noise; overhaste; pandemonium; racket; rush; tirelessness; tumult; tumultuousness; uproar; zeal
Fascinierung	fascination; fervor; fervour; interest
Fleiß	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	activity; bustle; diligence; industry; zeal
Geschäftigkeit	assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal	activity; agitation; ballyhoo; bedlam; bustle; capacity for work; clamor; clamour; commotion; diligence; din; energy; fuss; hubbub; hullabaloo; industry; noise; pandemonium; productivity; racket; tumult; tumultuousness; turbulence; unrest; uproar; work force; zeal
Grimmigkeit	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	fierceness; frenzy; fury; grimness; intensity; rage; vehemence; violence
Heftigkeit	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	acidity; bad temper; curtness; fierceness; fieriness; intensity; recklessness; snappiness; vehemence; violence
Inbrunst	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	ardor; ardour; craze; desire; drive; energy; frenzy; gin; impetus; jenever; lust; momentum; passion; rankness; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; urge
Intensität	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	fierceness; intensity; vehemence; violence
Interesse	fascination; fervor; fervour; interest	attraction; interest; observation
Leidenschaftlichkeit	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	bad temper; drive; fierceness; fieriness; impulse; instinct; intensity; urge; vehemence; violence
Liebe	affection; ardor; ardour; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness	beloved; candy; darling; dear; dearest; deary; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure
Schwung	ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; zeal; zest; élan	curl of hair; fluctuation; nutation; oscillation; revolution; rotation; sway; swing; swinging
Schärfe	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	acidity; bitingness; bityness; curtness; cutting edge; discernment; edge; fierceness; insight; intensity; sarcasm; scorn; scornful tone; sharpness; snappiness; tartness; vehemence; violence
Stachlichkeit	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	acidity; bittyness; cattishness; curtness; fierceness; intensity; irritability; pique; snappiness; susceptibility; touchiness; vehemence; violence
Stärke	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	authority; capacity; chances; corpulence; courage; fiber; fibre; fierceness; force; fortitude; intensity; opportunities; overweight; plumpness; power; starch; stoutness; strength; strong point; vehemence; violence; weight
Ungestüm	fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence	fierceness; impetuosity; intensity; recklessness; tempestuousness; unruliness; vehemence; violence
-	ardor; ardour; excitation; excitement; fervency; fervidness; fervor; fire; inflammation
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Interesse		engagement

Synoniemen voor "fervour":

excitement; excitation; inflammation; fervor; emotional arousal
ardor; ardour; fervency; fire; fervidness; passion; passionateness

Verwante definities voor "fervour":

feelings of great warmth and intensity¹
the state of being emotionally aroused and worked up¹

Wiktionary: fervour

fervour

noun

veraltend: starke Hingabe an ein Gefühl oder an ein Vorhaben
- Inbrunst → fervour; ardour

Cross Translation:

From	To	Via
• fervour	→ Eifer; Inbrunst	↔ ferveur — ardeur, zèle, sentiment vif et affectueux avec lequel on se porter aux choses de piété, de charité, etc.
• fervour	→ Eifer; Inbrunst	↔ zèle — vif ardeur pour appliquer les consignes et les règlements à la lettre, ou plus généralement pour le maintien ou le succès de quelque chose pousser à l’extrême le travail sans prendre la moindre initiative pour l’alléger en l’[[interpr

Remove Ads

Vertaal fervour van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor fervour (Engels) in het Duits

fervour:

fervour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

the fervour (fascination; interest; fervor)

the fervour (love; warm heartedness; affection; ardour; intimacy; ardor; fervor)

the fervour (assiduity; diligence; diligentness; zeal; industriousness; industry; fervor)

the fervour (élan; diligence; ardor; zeal; zest; assiduity; ardour; fervor)

the fervour (vehemence; intensity; fierceness; violence; fervor)

Vertaal Matrix voor fervour:

Synoniemen voor "fervour":

Verwante definities voor "fervour":

Wiktionary: fervour