Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- fearlessness:
- fearless:
-
Wiktionary:
- fearlessness → Furchtlosigkeit
- fearless → furchtlos
- fearless → kühn, dreist, impertinent, unverschämt, frech
Engels
Uitgebreide vertaling voor fearlessness (Engels) in het Duits
fearlessness:
Vertaal Matrix voor fearlessness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Kühnheit | audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity | bravery; courage; daredevilry; daring; foolhardiness; gallantry; guts; nerve; pluck; recklessness; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour |
Mut | audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity | daring; guts; nerve; pluck |
Tapferkeit | audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity | bravery; courage; daring; firmness; gallantry; guts; nerve; pluck; resolution; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour |
Tollkühnheit | audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity | daredevilry; daring; feat; foolhardiness; guts; heroic deed; inconsiderateness; nerve; pluck; rashness; reckless dead; recklessness; stunt; thougtlessness; tour de force; valiant deed |
Unerschrockenheit | audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity | braveness; manliness |
- | bravery | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | intrepidity |
Verwante woorden van "fearlessness":
Synoniemen voor "fearlessness":
Antoniemen van "fearlessness":
Verwante definities voor "fearlessness":
Wiktionary: fearlessness
fearlessness
noun
-
quality of being fearless
- fearlessness → Furchtlosigkeit
fearless:
-
fearless (undaunted; audacious; dashing; bold; unabashed; dauntless; daring; manful)
mutig; freimütig; tapfer; keck; mannhaft; furchtlos; kühn; unverzagt; gewagt; wagemutig; unerschrocken-
mutig bijvoeglijk naamwoord
-
freimütig bijvoeglijk naamwoord
-
tapfer bijvoeglijk naamwoord
-
keck bijvoeglijk naamwoord
-
mannhaft bijvoeglijk naamwoord
-
furchtlos bijvoeglijk naamwoord
-
kühn bijvoeglijk naamwoord
-
unverzagt bijvoeglijk naamwoord
-
gewagt bijvoeglijk naamwoord
-
wagemutig bijvoeglijk naamwoord
-
unerschrocken bijvoeglijk naamwoord
-
-
fearless (intrepid)
kaltblütig; unerschrocken; mit größter Seelenruhe; seelenruhig-
kaltblütig bijvoeglijk naamwoord
-
unerschrocken bijvoeglijk naamwoord
-
mit größter Seelenruhe bijvoeglijk naamwoord
-
seelenruhig bijvoeglijk naamwoord
-
-
fearless (undaunted; dauntless; intrepid; without fear)
unverzagt; furchtlos; unerschrocken-
unverzagt bijvoeglijk naamwoord
-
furchtlos bijvoeglijk naamwoord
-
unerschrocken bijvoeglijk naamwoord
-
-
fearless (dauntless; undaunted; without fear)
Vertaal Matrix voor fearless:
Verwante woorden van "fearless":
Synoniemen voor "fearless":
Antoniemen van "fearless":
Verwante definities voor "fearless":
Wiktionary: fearless
fearless
Cross Translation:
adjective
fearless
-
free from fear
- fearless → furchtlos
adjective
-
unerschrocken, ohne Furcht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fearless | → kühn; dreist; impertinent; unverschämt; frech | ↔ hardi — Qui ose beaucoup. |