Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- entitled:
-
Wiktionary:
- entitled → berechtigt
- entitle → benennen, betiteln, berechtigen, legitimieren, titulieren
- entitle → berechtigen, bevollmächtigen, ermächtigen
Engels
Uitgebreide vertaling voor entitled (Engels) in het Duits
entitled:
-
entitled (authorized; authorised)
rechtmäßig; befugt; legitim; gesetzlich-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
befugt bijvoeglijk naamwoord
-
legitim bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor entitled:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | authorised; authorized | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
befugt | authorised; authorized; entitled | authorised; authorized; competent; granted the right; skilled |
gesetzlich | authorised; authorized; entitled | judicial; juridic; justified; lawful; legal; legitimate; reasoned; rightful; valid; valid in law; warranted; well-founded |
legitim | authorised; authorized; entitled | lawful; legitimate |
rechtmäßig | authorised; authorized; entitled | justified; lawful; legitimate; reasoned; rightful; warranted; well-founded |
Verwante woorden van "entitled":
Synoniemen voor "entitled":
Verwante definities voor "entitled":
entitle:
Vertaal Matrix voor entitle:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ennoble; gentle; title | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | call by the title of |
Verwante woorden van "entitle":
Synoniemen voor "entitle":
Verwante definities voor "entitle":
Wiktionary: entitle
entitle
Cross Translation:
verb
entitle
-
to give a title to a book etc.
- entitle → benennen
-
to give a title to; to dignify by an honorary designation
- entitle → betiteln
-
to bestow the right to do something
- entitle → berechtigen
verb
-
jemanden rechtlich beauftragen
-
(transitiv) selten: etwas, insbesondere einem Kunstwerk, Buch oder Aufsatz einen Titel geben, mit einer Überschrift versehen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• entitle | → berechtigen; bevollmächtigen; ermächtigen | ↔ autoriser — (vieilli) revêtir d’une autorité. |