Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal encouraging

Vertaal encouraging van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. encouraging:
  2. encourage:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor encouraging (Engels) in het Duits

encouraging:

encouraging [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the encouraging (inciting; impelling; stimulation; turning on)
    Anspornen; Antreiben; Anstoßen; Anreizen; Anfeuern; Anregen; Animieren
  2. the encouraging (encouragement; stimulation; support; )
    Anfeuern; die Anspornung; Anregen; Anspornen; Antreiben

encouraging bijvoeglijk naamwoord

  1. encouraging
    aufmunternd

Vertaal Matrix voor encouraging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfeuern cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on encouragement; motivation; propelling; pushing on; stimulation; support; turning up
Animieren encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on
Anregen cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
Anreizen encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on encouragement; motivation; stimulation; support
Anspornen cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on propelling; pushing on; turning up
Anspornung cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on cheer; consolation; encouragement
Anstoßen encouraging; impelling; inciting; stimulation; turning on poking; prodding
Antreiben cheers; encouragement; encouraging; help; impelling; inciting; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on encouragement; motivation; propelling; pushing on; stimulation; support; turning up
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- supporting
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufmunternd encouraging brightened up; cheering up; cheery; fortifying; heartening; heartwarming; stimulating

Verwante woorden van "encouraging":


Synoniemen voor "encouraging":


Antoniemen van "encouraging":

  • discouraging

Verwante definities voor "encouraging":

  1. giving courage or confidence or hope1
    • encouraging advances in medical research1
  2. furnishing support and encouragement1

encouraging vorm van encourage:

to encourage werkwoord (encourages, encouraged, encouraging)

  1. to encourage (incite; cheer on; inspire; fire; strike into)
    anspornen; anfeuern; anheizen
    • anspornen werkwoord (sporne an, spornst an, spornt an, spornte an, sporntet an, angespornt)
    • anfeuern werkwoord (feuere an, feuerst an, feuert an, feuerte an, feuertet an, angefeuert)
    • anheizen werkwoord
  2. to encourage (encourage someone; stimulate; incite; )
    motivieren; anfeuern; ermutigen; stimulieren; ermuntern; anspornen; animieren; jemand motivieren
    • motivieren werkwoord (motiviere, motivierst, motiviert, motivierte, motiviertet, motiviert)
    • anfeuern werkwoord (feuere an, feuerst an, feuert an, feuerte an, feuertet an, angefeuert)
    • ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • stimulieren werkwoord (stimuliere, stimulierst, stimuliert, stimulierte, stimuliertet, stimuliert)
    • ermuntern werkwoord (ermuntere, ermunterst, ermuntert, ermunterte, ermuntertet, ermuntert)
    • anspornen werkwoord (sporne an, spornst an, spornt an, spornte an, sporntet an, angespornt)
    • animieren werkwoord (animiere, animierst, animiert, animierte, animiertet, animiert)
    • jemand motivieren werkwoord
  3. to encourage (stimulate; arouse; activate; )
    wecken; aktivieren; anregen; beleben; hervorrufen; neubeleben
    • wecken werkwoord (wecke, weckst, weckt, weckte, wecktet, geweckt)
    • aktivieren werkwoord (aktiviere, aktivierst, aktiviert, aktivierte, aktiviertet, aktiviert)
    • anregen werkwoord (rege an, regst an, regt an, regte an, regtet an, angeregt)
    • beleben werkwoord (belebe, belebst, belebt, belebte, belebtet, belebt)
    • hervorrufen werkwoord (rufe hervor, rufst hervor, ruft hervor, rief hervor, rieft hervor, hervorgerufen)
    • neubeleben werkwoord
  4. to encourage (push on; boost)
    anspornen; ermutigen; motivieren; stimulieren; ermuntern; animieren
    • anspornen werkwoord (sporne an, spornst an, spornt an, spornte an, sporntet an, angespornt)
    • ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • motivieren werkwoord (motiviere, motivierst, motiviert, motivierte, motiviertet, motiviert)
    • stimulieren werkwoord (stimuliere, stimulierst, stimuliert, stimulierte, stimuliertet, stimuliert)
    • ermuntern werkwoord (ermuntere, ermunterst, ermuntert, ermunterte, ermuntertet, ermuntert)
    • animieren werkwoord (animiere, animierst, animiert, animierte, animiertet, animiert)
  5. to encourage (stimulate; activate; urge)
    fördern; ermutigen; stimulieren
    • fördern werkwoord (fördre, förderst, fördert, förderte, fördertet, gefördert)
    • ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • stimulieren werkwoord (stimuliere, stimulierst, stimuliert, stimulierte, stimuliertet, stimuliert)
  6. to encourage (motivate; stimulate)
    motivieren; unterstützen; ermutigen; anfeuern; aufmuntern; antreiben; ermuntern; anspornen
    • motivieren werkwoord (motiviere, motivierst, motiviert, motivierte, motiviertet, motiviert)
    • unterstützen werkwoord (unterstütze, unterstützt, unterstützte, unterstütztet, unterstützt)
    • ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • anfeuern werkwoord (feuere an, feuerst an, feuert an, feuerte an, feuertet an, angefeuert)
    • aufmuntern werkwoord (muntere auf, munterst auf, muntert auf, munterte auf, muntertet auf, aufgemuntert)
    • antreiben werkwoord (treibe an, treibst an, treibt an, trieb an, triebt an, angetrieben)
    • ermuntern werkwoord (ermuntere, ermunterst, ermuntert, ermunterte, ermuntertet, ermuntert)
    • anspornen werkwoord (sporne an, spornst an, spornt an, spornte an, sporntet an, angespornt)
  7. to encourage
    ermutigen; komplimentieren; bejauchzen; feiern; schüren; jubeln; ermuntern; zusprechen; anfachen; aufmuntern; zujubeln; anblasen; anschüren; zujauchzen
    • ermutigen werkwoord (ermutige, ermutigst, ermutigt, ermutigte, ermutigtet, ermutigt)
    • komplimentieren werkwoord (komplimentiere, komplimentierst, komplimentiert, komplimentierte, komplimentiertet, komplimentiert)
    • bejauchzen werkwoord (bejauchze, bejauchzt, bejauchzte, bejauchztet, bejauchzt)
    • feiern werkwoord (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • schüren werkwoord (schüre, schürst, schürt, schürte, schürtet, geschürt)
    • jubeln werkwoord (juble, jubelst, jubelt, jubelte, jubeltet, gejubelt)
    • ermuntern werkwoord (ermuntere, ermunterst, ermuntert, ermunterte, ermuntertet, ermuntert)
    • zusprechen werkwoord (spreche zu, sprichst zu, spricht zu, sprach zu, spracht zu, zugesprochen)
    • anfachen werkwoord (fache an, fachst an, facht an, fachte an, fachtet an, angefacht)
    • aufmuntern werkwoord (muntere auf, munterst auf, muntert auf, munterte auf, muntertet auf, aufgemuntert)
    • zujubeln werkwoord (jubele zu, jubelst zu, jubelt zu, jubelte zu, jubeltet zu, zugejubelt)
    • anblasen werkwoord (blase an, bläst an, blies an, bliest an, angeblasen)
    • anschüren werkwoord (schüre an, schürst an, schürt an, schürte an, schürtet an, angeschürt)
    • zujauchzen werkwoord

Conjugations for encourage:

present
  1. encourage
  2. encourage
  3. encourages
  4. encourage
  5. encourage
  6. encourage
simple past
  1. encouraged
  2. encouraged
  3. encouraged
  4. encouraged
  5. encouraged
  6. encouraged
present perfect
  1. have encouraged
  2. have encouraged
  3. has encouraged
  4. have encouraged
  5. have encouraged
  6. have encouraged
past continuous
  1. was encouraging
  2. were encouraging
  3. was encouraging
  4. were encouraging
  5. were encouraging
  6. were encouraging
future
  1. shall encourage
  2. will encourage
  3. will encourage
  4. shall encourage
  5. will encourage
  6. will encourage
continuous present
  1. am encouraging
  2. are encouraging
  3. is encouraging
  4. are encouraging
  5. are encouraging
  6. are encouraging
subjunctive
  1. be encouraged
  2. be encouraged
  3. be encouraged
  4. be encouraged
  5. be encouraged
  6. be encouraged
diverse
  1. encourage!
  2. let's encourage!
  5. encouraged
  6. encouraging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor encourage:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aktivieren activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support activate; awake; enable; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; rehydrate; revive; rouse; select; turn on
anblasen encourage blow; blow the fire; fan; fan a flame; poke up; stir up; stoke up
anfachen encourage blow the fire; fan a flame; poke up; stir up; stoke up
anfeuern aggravate; cheer on; encourage; encourage someone; fire; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate; strike into blow the fire; fan a flame
anheizen cheer on; encourage; fire; incite; inspire; strike into
animieren aggravate; boost; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate animate
anregen activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support advise; arouse; badger; bait; drive; excite; give rise to; kick forward; needle; prompt; provoke; stimulate; stir up; suggest; urge; whisper; whisper in someone's ear
anschüren encourage agitate; blow the fire; budge; churn; drag up; fan a flame; poke up; rake up; shake up; stir; stir up; stoke up
anspornen aggravate; boost; cheer on; encourage; encourage someone; fire; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate; strike into arouse; chase; excite; stimulate; stir up
antreiben encourage; motivate; stimulate chase; drive; excite; goad; incite; irritate; move on; nettle; prompt; propel; push on; stimulate; whip up; whisper; whisper in someone's ear
aufmuntern encourage; motivate; stimulate badger; bait; brighten; brighten up; cheer up; comfort; console; drive; give rise to; gladden; liven up; needle; prompt; provoke; solace; spruce up; urge
bejauchzen encourage acclaim; applaud; cheer; hurray
beleben activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support activate; awake; excite; freshen; generate; reactivate; recover; refresh; revive; rouse
ermuntern aggravate; boost; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate badger; bait; brighten up; catch one's breath; cheer up; comfort; drive; give rise to; gladden; kick forward; liven up; needle; prompt; provoke; recover one's breath; urge
ermutigen activate; aggravate; boost; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate; urge cheer up; comfort; console; drive; prompt; solace; urge
feiern encourage acclaim; applaud; be discharged; cast out; celebrate; cheer; discharge; dismiss; do someone well; feast; fire; hurray; lay off; let them celebrate; party; regale; sack; stand treat; throw out; treat
fördern activate; encourage; stimulate; urge
hervorrufen activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support badger; bait; bring about; bring on; cause; elicit; give rise to; lead to; needle; provoke
jemand motivieren aggravate; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; stimulate
jubeln encourage acclaim; applaud; boo; cheer; exult; howl; hurray; jubilate; roar; shout; whine; yell
komplimentieren encourage acclaim; applaud; cheer; hurray; make compliments
motivieren aggravate; boost; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate
neubeleben activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support
schüren encourage agitate; blow the fire; budge; churn; fan a flame; poke up; shake up; stir; stir up; stoke up
stimulieren activate; aggravate; boost; encourage; encourage someone; incite; inspire; motivate; motivate someone; push on; stimulate; urge arouse; badger; bait; drive; excite; give rise to; kick forward; needle; prompt; provoke; stimulate; stir up; urge
unterstützen encourage; motivate; stimulate carry; carry along; comfort; endow; foster; gift; present; prop; prop up; shore; support
wecken activate; arouse; awake; encourage; excite; stimulate; support awaken; wake; wake up
zujauchzen encourage acclaim; applaud; cheer; hurray
zujubeln encourage acclaim; applaud; cheer; hurray
zusprechen encourage drive; prompt; urge
- advance; boost; further; promote

Verwante woorden van "encourage":


Synoniemen voor "encourage":


Antoniemen van "encourage":


Verwante definities voor "encourage":

  1. spur on1
    • His financial success encouraged him to look for a wife1
  2. inspire with confidence; give hope or courage to1
  3. contribute to the progress or growth of1

Wiktionary: encourage

encourage
verb
  1. spur on, recommend
  2. mentally support or motivate
encourage
verb
  1. jemandem zureden, etwas zu tun
  2. (transitiv) jemanden zu etwas ermutigen
  3. (transitiv) jemanden in einer Haltung, einem Vorhaben stützen, ermutigen
  1. jemanden (zu) etwas ermuntern: jemandem vorschlagen, etwas Neues zu probieren
Cross Translation:
FromToVia
• encourage → ermutigen ↔ bemoedigen — iemand een positievere kijk op de kansen geven
• encourage → animieren ↔ animeren — opmonteren, opvrolijken
• encourage → ermuntern; ermutigen ↔ aanmoedigen — moed inspreken
• encourage → ermuntern; ermutigen ↔ encourager — inciter à avoir du courage.
• encourage → anspornen; antreiben; aufhetzen; herausfordern ↔ inciter — pousser, déterminer à faire quelque chose.
• encourage → ermannen; ermutigen ↔ réconforter — relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0845 seconde
Page rendered in 1.0 seconds