Employees in het Duits vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor employees (Engels) in het Duits

employees:

employees [the ~] zelfstandig naamwoord

the employees (personnel; work force; crew)
Personal; die Arbeitskraft; der Angestellten
- Personal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitskraft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Angestellten [der ~] zelfstandig naamwoord
the employees (personnel; staff; servants; manpower)
der Angestellten; Personal; die Bedienung
- Angestellten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Personal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Bedienung [die ~] zelfstandig naamwoord
the employees (steering; servants; personnel; manpower; staff)
die Steuerung; die Steuervorrichtung; die Lenkung; die Bewirtschaftung; die Angestellten
- Steuerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Steuervorrichtung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lenkung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bewirtschaftung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Angestellten [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor employees:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angestellten	crew; employees; manpower; personnel; servants; staff; steering; work force	force; manpower
Arbeitskraft	crew; employees; personnel; work force	authority; capacity; capacity for work; drive; employee; energy; force; gin; hand; impetus; jenever; laborer; labourer; manpower; momentum; power; productivity; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; work force; worker; working man; workman
Bedienung	employees; manpower; personnel; servants; staff	service; serving
Bewirtschaftung	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering
Lenkung	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering	control-stick; control-wheel; steering-gear; steering-shaft
Personal	crew; employees; manpower; personnel; servants; staff; work force	force; manpower; staff; workforce
Steuerung	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering	steering-gear
Steuervorrichtung	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering	control-stick; control-wheel; controls; homing device; steerage; steering-gear; steering-shaft

Verwante woorden van "employees":

employee

employees vorm van employee:

employee [the ~] zelfstandig naamwoord

the employee (staff member; worker; fellow worker; clerk; labourer; member of staff; manpower; hand; laborer)
der Mitarbeiter; der Betriebsangehörige; die Mitarbeiterin
- Mitarbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Betriebsangehörige [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mitarbeiterin [die ~] zelfstandig naamwoord
the employee (fellow worker)
die Angestellte; die Mitarbeiterin
- Angestellte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mitarbeiterin [die ~] zelfstandig naamwoord
the employee (worker; labourer; laborer)
der Arbeitnehmer; die Arbeitskraft
- Arbeitnehmer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitskraft [die ~] zelfstandig naamwoord
the employee
der Angestellte; der Arbeitnehmer
- Angestellte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitnehmer [der ~] zelfstandig naamwoord
the employee
der Bediente
- Bediente [der ~] zelfstandig naamwoord
the employee

– A person who works for your company and receives payment for the work that he or she does. ¹
der Mitarbeiter
- Mitarbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor employee:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angestellte	employee; fellow worker	clerical assistant; clerical employee; clerk; registrar; secretary
Arbeitnehmer	employee; laborer; labourer; worker	wage earner
Arbeitskraft	employee; laborer; labourer; worker	authority; capacity; capacity for work; crew; drive; employees; energy; force; gin; hand; impetus; jenever; laborer; labourer; manpower; momentum; personnel; power; productivity; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; work force; worker; working man; workman
Bediente	employee	butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
Betriebsangehörige	clerk; employee; fellow worker; hand; laborer; labourer; manpower; member of staff; staff member; worker
Mitarbeiter	clerk; employee; fellow worker; hand; laborer; labourer; manpower; member of staff; staff member; worker	assistant; bystander; clerical assistant; clerical employee; clerk; footman; helper; registrar; second servant; secretary; valet
Mitarbeiterin	clerk; employee; fellow worker; hand; laborer; labourer; manpower; member of staff; staff member; worker	clerical assistant; clerical employee; clerk; female staff employee; female staff member; registrar; secretary

Verwante definities voor "employee":

a worker who is hired to perform a job²
A person who works for your company and receives payment for the work that he or she does.¹

Wiktionary: employee

employee

noun

individual who provides labor to a company or another person
- employee → Angestellter; Angestellte; Arbeitnehmer

employee

noun

eine Person, die einer nichtselbstständigen Tätigkeit nachgeht
- Beschäftigter → employee
eine weibliche Person, die einer nichtselbstständigen Tätigkeit nachgeht
- Beschäftigte → employee
weibliche Person, die eine berufliche Anstellung hat
- Arbeitnehmerin → employee
jemand, der bei einer Firma eingestellt ist und für seine Arbeit bezahlt wird
- Arbeitnehmer → employee
jemand, der gegen Bezahlung seine Arbeitskraft zu Verfügung stellt (nicht-körperliche Arbeit)
- Angestellter → employee
Frau, die gegen Bezahlung ihre Arbeitskraft zu Verfügung stellt (nicht-körperliche Arbeit)
- Angestellte → employee

Cross Translation:

From	To	Via
• employee	→ Arbeitskraft; Kraft	↔ werkkracht — een persoon die gewoonlijk tegen betaling werk verricht
• employee	→ Angestellter	↔ employé — Personne rétribuer pour produire un travail au sein d’une entreprise ou d’une administration.

Vertaal employees van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor employees (Engels) in het Duits

employees:

employees [the ~] zelfstandig naamwoord

the employees (personnel; work force; crew)

the employees (personnel; staff; servants; manpower)

the employees (steering; servants; personnel; manpower; staff)

Vertaal Matrix voor employees:

Verwante woorden van "employees":

employees vorm van employee:

employee [the ~] zelfstandig naamwoord

the employee (staff member; worker; fellow worker; clerk; labourer; member of staff; manpower; hand; laborer)

the employee (fellow worker)

the employee (worker; labourer; laborer)

the employee

the employee

the employee

Vertaal Matrix voor employee:

Verwante woorden van "employee":

Synoniemen voor "employee":

Antoniemen van "employee":

Verwante definities voor "employee":

Wiktionary: employee

Verwante vertalingen van employees