Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. embezzlement:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor embezzlement (Engels) in het Duits

embezzlement:

embezzlement [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the embezzlement (malversation; fraud; malversations; )
    die Veruntreuung; die Unterschlagung
  2. the embezzlement (defalcation; fraud)
    der Schwindel; der Betrug; die Unterschlagung; die Hehlerei; die Verdunkelung; die Schiebung; die Veruntreuung; die Betrügerei

Vertaal Matrix voor embezzlement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Betrug defalcation; embezzlement; fraud cheating; con; deceit; deceits; deception; deceptions; diddles; double-cross; fraud; frauds; hoodwinkings; impostures; mess; scam; swindle; swindling
Betrügerei defalcation; embezzlement; fraud cheating; con; deceit; deception; fraud; frauds; mess; swindle; swindling
Hehlerei defalcation; embezzlement; fraud con; deceit; deception; fraud; frauds; receiving; swindle
Schiebung defalcation; embezzlement; fraud cheating; collusion; conspiracy; fraud; mess; plot; swindling
Schwindel defalcation; embezzlement; fraud bungling; cheating; con; deceit; deceits; deception; deceptions; diddles; dizziness; double-cross; fraud; frauds; hoodwinkings; impostures; mess; messing; swindle; swindling; tampering
Unterschlagung cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling robbery; theft
Verdunkelung defalcation; embezzlement; fraud
Veruntreuung cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling breach of confidence; breach of trust; bungling; messing; robbery; tampering; theft
- defalcation; misapplication; misappropriation; peculation

Verwante woorden van "embezzlement":

  • embezzle

Synoniemen voor "embezzlement":

  • peculation; defalcation; misapplication; misappropriation; larceny; theft; thievery; thieving; stealing

Verwante definities voor "embezzlement":

  1. the fraudulent appropriation of funds or property entrusted to your care but actually owned by someone else1

Wiktionary: embezzlement

embezzlement
noun
  1. The fraudulent conversion of property from a property owner
embezzlement
  1. Recht: einer rechtlichen Verpflichtung gegenüber jemandem zuwiderhandeln

embezzle:


Vertaal Matrix voor embezzle:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- defalcate; malversate; misappropriate; peculate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- defalcate; embezzle money

Verwante woorden van "embezzle":


Synoniemen voor "embezzle":

  • defalcate; peculate; misappropriate; malversate; steal

Verwante definities voor "embezzle":

  1. appropriate (as property entrusted to one's care) fraudulently to one's own use1
    • The accountant embezzled thousands of dollars while working for the wealthy family1

Wiktionary: embezzle

embezzle
verb
  1. to steal money that one has been trusted with

Cross Translation:
FromToVia
embezzle unterschlagen; veruntreuen verduisteren — een misdrijf waarbij geld ontvreemd wordt