Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- disentangled:
-
disentangle:
- aussuchen; heraussuchen; erforschen; ausfransen; trennen; ergründen; herauspicken; erkunden; zupfen; entziffern; klauben; entknoten; sammeln; auswählen; auflösen; forschen; sieben; sortieren; sichten; rupfen; stochern; auslesen; selektieren; auskundschaften; entwirren; enträtseln; aussondern; zerfasern; ausfädeln; aufknöpfen; ausfasern; auseinanderfasern; aufknoten; aufdröseln; scheiden; lösen; teilen; deuten; fasern; herausbringen; sichlösen
-
Wiktionary:
- disentangle → aufdröseln
Engels
Uitgebreide vertaling voor disentangled (Engels) in het Duits
disentangled:
-
disentangled (unravelled)
ausgefasert-
ausgefasert bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor disentangled:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | loosened; unsnarled | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausgefasert | disentangled; unravelled | unravelled |
Synoniemen voor "disentangled":
Verwante definities voor "disentangled":
disentangled vorm van disentangle:
-
to disentangle (unravel; disentwine)
aussuchen; heraussuchen; erforschen; ausfransen; trennen; ergründen; herauspicken; erkunden; zupfen; entziffern; klauben; entknoten; sammeln; auswählen; auflösen; forschen; sieben; sortieren; sichten; rupfen; stochern; auslesen; selektieren; auskundschaften; entwirren; enträtseln; aussondern; zerfasern; ausfädeln; aufknöpfen; ausfasern; auseinanderfasern; aufknoten; aufdröseln-
heraussuchen werkwoord (suche heraus, suchst heraus, sucht heraus, suchte heraus, suchtet heraus, herausgesucht)
-
herauspicken werkwoord (picke heraus, pickst heraus, pickt heraus, pickte heraus, picktet heraus, herausgepickt)
-
auskundschaften werkwoord (kundschafte aus, kundschaftest aus, kundschaftet aus, kundschaftete aus, kundschaftetet aus, ausgekundschaftet)
-
aussondern werkwoord (sondere aus, sonderst aus, sondert aus, sonderte aus, sondertet aus, ausgesondert)
-
auseinanderfasern werkwoord (fasere auseinander, faserst auseinander, fasert auseinander, faserte auseinander, fasertet auseinander, auseinandergefasert)
-
aufdröseln werkwoord (drösele auf, dröselst auf, dröselt auf, dröselte auf, dröseltet auf, aufgedröselt)
-
to disentangle (unravel; solve; unriddle; unbutton; untie)
trennen; scheiden; entknoten; lösen; teilen; deuten; fasern; herausbringen; entziffern; entwirren; enträtseln; aufknoten; sichlösen-
herausbringen werkwoord (bringe heraus, bringst heraus, bringt heraus, bracht heraus, brachtet heraus, herausgebracht)
-
sichlösen werkwoord
Conjugations for disentangle:
present
- disentangle
- disentangle
- disentangles
- disentangle
- disentangle
- disentangle
simple past
- disentangled
- disentangled
- disentangled
- disentangled
- disentangled
- disentangled
present perfect
- have disentangled
- have disentangled
- has disentangled
- have disentangled
- have disentangled
- have disentangled
past continuous
- was disentangling
- were disentangling
- was disentangling
- were disentangling
- were disentangling
- were disentangling
future
- shall disentangle
- will disentangle
- will disentangle
- shall disentangle
- will disentangle
- will disentangle
continuous present
- am disentangling
- are disentangling
- is disentangling
- are disentangling
- are disentangling
- are disentangling
subjunctive
- be disentangled
- be disentangled
- be disentangled
- be disentangled
- be disentangled
- be disentangled
diverse
- disentangle!
- let's disentangle!
- disentangled
- disentangling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor disentangle:
Verwante woorden van "disentangle":
Synoniemen voor "disentangle":
Antoniemen van "disentangle":
Verwante definities voor "disentangle":
Wiktionary: disentangle
disentangle
verb
-
entwirren, entzwirnen, ein Garnknäuel in die einzelnen Fäden auftrennen, etwas Komplexes in überschaubare Bestandteile gliedern
Computer vertaling door derden: