Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- directing:
-
direct:
- führen; leiten; lenken; verweisen; hinweisen; überweisen; ausschicken; weisen; senden; einweisen; geleiten; schicken; hinüberschicken; herüberschicken; anführen; dirigieren; inszenieren; gebieten; befehlen; herrschen über; Herr sein über; verweisen auf; hinweisen auf
- direkte; unmittelbare; klassenweise; frontal; unmittelbar; schnell; direkt; sofortig; schnurgerade; auf der Stelle; ehrlich; aufrecht; wahr; offen; ernsthaft; fair; aufrichtig; geradeheraus; rundheraus; unverstellt
-
Wiktionary:
- direct → unmittelbar, direkt
- direct → richten, zielen
- direct → Abbuchungsauftrag
- direct → direkt, aufrecht, gerade, gradlinig, unmittelbar, recht, rechts, rechtwinklig, bieder, loyal, rechter, geradeaus, führen, leiten, lenken, sofortig, unverzüglich, stimmen, einstellen, berichtigen
Engels
Uitgebreide vertaling voor directing (Engels) in het Duits
directing:
-
the directing (leading)
Vertaal Matrix voor directing:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Vorstände | directing; leading | chairmen; chiefs; commanders; direction; directors; guides; heads; leaders; managers; presidents; principals |
- | guiding; guiding of someone | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | directional; directive; guiding |
Verwante woorden van "directing":
Synoniemen voor "directing":
Verwante definities voor "directing":
directing vorm van direct:
-
to direct (point the direction; lead; guide)
-
to direct (refer to; address)
verweisen; hinweisen; überweisen; ausschicken; weisen; senden; einweisen; lenken; leiten; geleiten; schicken; führen; hinüberschicken; herüberschicken-
ausschicken werkwoord (schicke aus, schickst aus, schickt aus, schickte aus, schicktet aus, ausgeschickt)
-
hinüberschicken werkwoord (schicke hinüber, schickst hinüber, schickt hinüber, schickte hinüber, schicktet hinüber, hinübergeschickt)
-
herüberschicken werkwoord (schicke herüber, schickst herüber, schickt herüber, schickte herüber, schicktet herüber, herübergeschickt)
-
to direct (command; lead; preside)
-
to direct
-
to direct (dictate; instruct; order; bid)
gebieten; befehlen; herrschen über; Herr sein über-
herrschen über werkwoord
-
Herr sein über werkwoord
-
to direct (conduct)
-
to direct (refer to)
Conjugations for direct:
present
- direct
- direct
- directs
- direct
- direct
- direct
simple past
- directed
- directed
- directed
- directed
- directed
- directed
present perfect
- have directed
- have directed
- has directed
- have directed
- have directed
- have directed
past continuous
- was directing
- were directing
- was directing
- were directing
- were directing
- were directing
future
- shall direct
- will direct
- will direct
- shall direct
- will direct
- will direct
continuous present
- am directing
- are directing
- is directing
- are directing
- are directing
- are directing
subjunctive
- be directed
- be directed
- be directed
- be directed
- be directed
- be directed
diverse
- direct!
- let's direct!
- directed
- directing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
direct (straight)
-
direct (class; frontal)
klassenweise; frontal; unmittelbar; schnell; direkt; sofortig; schnurgerade; auf der Stelle-
klassenweise bijvoeglijk naamwoord
-
frontal bijvoeglijk naamwoord
-
unmittelbar bijvoeglijk naamwoord
-
schnell bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
sofortig bijvoeglijk naamwoord
-
schnurgerade bijvoeglijk naamwoord
-
auf der Stelle bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (straight; honest; frontal)
ehrlich; aufrecht; schnurgerade; wahr; offen; ernsthaft; direkt; fair; aufrichtig; geradeheraus; rundheraus; unverstellt-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
aufrecht bijvoeglijk naamwoord
-
schnurgerade bijvoeglijk naamwoord
-
wahr bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
ernsthaft bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
fair bijvoeglijk naamwoord
-
aufrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
rundheraus bijvoeglijk naamwoord
-
unverstellt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor direct:
Verwante woorden van "direct":
Synoniemen voor "direct":
Antoniemen van "direct":
Verwante definities voor "direct":
Wiktionary: direct
direct
Cross Translation:
adjective
direct
-
Straight, constant, without interruption
- direct → unmittelbar; direkt
verb
-
einen Gegenstand auf jemanden lenken, zielen, deuten
-
eine bestimmte Absicht haben
-
in gerader Richtung, ohne Umwege, unmittelbar
-
zeitlich, nicht steigerbar: anschließend, gleich danach eintretend
-
Bankwesen: Auftrag eines Kontoinhabers an seine Bank, einen gewissen Betrag vom Konto abzubuchen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• direct | → direkt | ↔ direct — zonder te wachten, zonder iets daartussen |
• direct | → aufrecht; direkt; gerade; gradlinig; unmittelbar; recht | ↔ direct — Qui est droit, qui ne taire aucun détour. |
• direct | → rechts; gerade; aufrecht; direkt; gradlinig; unmittelbar; rechtwinklig; bieder; loyal; rechter; geradeaus | ↔ droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la |
• direct | → führen; leiten; lenken | ↔ guider — accompagner quelqu’un pour lui montrer le chemin. |
• direct | → sofortig; unverzüglich | ↔ immédiat — Qui agir, qui produire sans intermédiaire. |
• direct | → stimmen; einstellen; berichtigen; führen; leiten; lenken | ↔ régler — tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé. |
Computer vertaling door derden: