Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- dimmed:
-
dim:
- abblenden; beschmutzen
- vage; unbestimmt; neblig; diesig; flau; trübe; dunkel; fahl; verschwommen; dunstig; finster; trüb; schattenhaft; schimmerhaft; schwach; geschmacklos; ohne Salz; verschossen; schal; verschlissen; farblos; falb; glanzlos; matt; welk; ausgebleicht; dämmerig
- Dämmerung; Zwielicht; Finsternis; Dämmerlicht; Halbdunkel; Glühen; Flimmern
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor dimmed (Engels) in het Duits
dimmed:
-
dimmed (disabled; unavailable)
– Pertaining to the state of a control in which normal functionality is not available to a user. 1deaktiviert; abgeblendet; nicht verfügbar-
deaktiviert bijvoeglijk naamwoord
-
abgeblendet bijvoeglijk naamwoord
-
nicht verfügbar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor dimmed:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abgeblendet | dimmed; disabled; unavailable | |
deaktiviert | dimmed; disabled; unavailable | |
nicht verfügbar | dimmed; disabled; unavailable | not available |
- | dim | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nicht verfügbar | N/A; n/a; not applicable |
Synoniemen voor "dimmed":
Antoniemen van "dimmed":
Verwante definities voor "dimmed":
dim:
Conjugations for dim:
present
- dim
- dim
- dims
- dim
- dim
- dim
simple past
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
present perfect
- have dimmed
- have dimmed
- has dimmed
- have dimmed
- have dimmed
- have dimmed
past continuous
- was dimming
- were dimming
- was dimming
- were dimming
- were dimming
- were dimming
future
- shall dim
- will dim
- will dim
- shall dim
- will dim
- will dim
continuous present
- am dimming
- are dimming
- is dimming
- are dimming
- are dimming
- are dimming
subjunctive
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
diverse
- dim!
- let's dim!
- dimmed
- dimming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
dim (misty; vague; unclear; undefinable; blurred; hazy; faint)
vage; unbestimmt; neblig; diesig; flau; trübe; dunkel; fahl; verschwommen; dunstig; finster; trüb; schattenhaft-
vage bijvoeglijk naamwoord
-
unbestimmt bijvoeglijk naamwoord
-
neblig bijvoeglijk naamwoord
-
diesig bijvoeglijk naamwoord
-
flau bijvoeglijk naamwoord
-
trübe bijvoeglijk naamwoord
-
dunkel bijvoeglijk naamwoord
-
fahl bijvoeglijk naamwoord
-
verschwommen bijvoeglijk naamwoord
-
dunstig bijvoeglijk naamwoord
-
finster bijvoeglijk naamwoord
-
trüb bijvoeglijk naamwoord
-
schattenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (faint; shadowy)
schimmerhaft; schwach; vage; schattenhaft-
schimmerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schwach bijvoeglijk naamwoord
-
vage bijvoeglijk naamwoord
-
schattenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (saltless; cowardly; bland; craven; abject; faint; cringing)
geschmacklos; flau; ohne Salz-
geschmacklos bijvoeglijk naamwoord
-
flau bijvoeglijk naamwoord
-
ohne Salz bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (faded; faint; pale; sallow; bland; washed out; lurid)
verschossen; schal; verschlissen; farblos; falb; glanzlos; matt; fahl; welk; ausgebleicht-
verschossen bijvoeglijk naamwoord
-
schal bijvoeglijk naamwoord
-
verschlissen bijvoeglijk naamwoord
-
farblos bijvoeglijk naamwoord
-
falb bijvoeglijk naamwoord
-
glanzlos bijvoeglijk naamwoord
-
matt bijvoeglijk naamwoord
-
fahl bijvoeglijk naamwoord
-
welk bijvoeglijk naamwoord
-
ausgebleicht bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (dusky)
-
the dim (twilight; gloam; dusk; semidarkness)