Defalcation in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

defalcation:
- Veruntreuung; Unterschlagung; Schwindel; Betrug; Hehlerei; Verdunkelung; Schiebung; Betrügerei

Engels

Uitgebreide vertaling voor defalcation (Engels) in het Duits

the defalcation (malversation; fraud; malversations; embezzlement; corruption; swindling; swindle; fencing; cheating; corruptions)
die Veruntreuung; die Unterschlagung
- Veruntreuung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unterschlagung [die ~] zelfstandig naamwoord
the defalcation (embezzlement; fraud)
der Schwindel; der Betrug; die Unterschlagung; die Hehlerei; die Verdunkelung; die Schiebung; die Veruntreuung; die Betrügerei
- Schwindel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Betrug [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unterschlagung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hehlerei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verdunkelung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schiebung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Veruntreuung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Betrügerei [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Betrug	defalcation; embezzlement; fraud	cheating; con; deceit; deceits; deception; deceptions; diddles; double-cross; fraud; frauds; hoodwinkings; impostures; mess; scam; swindle; swindling
Betrügerei	defalcation; embezzlement; fraud	cheating; con; deceit; deception; fraud; frauds; mess; swindle; swindling
Hehlerei	defalcation; embezzlement; fraud	con; deceit; deception; fraud; frauds; receiving; swindle
Schiebung	defalcation; embezzlement; fraud	cheating; collusion; conspiracy; fraud; mess; plot; swindling
Schwindel	defalcation; embezzlement; fraud	bungling; cheating; con; deceit; deceits; deception; deceptions; diddles; dizziness; double-cross; fraud; frauds; hoodwinkings; impostures; mess; messing; swindle; swindling; tampering
Unterschlagung	cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling	robbery; theft
Verdunkelung	defalcation; embezzlement; fraud
Veruntreuung	cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling	breach of confidence; breach of trust; bungling; messing; robbery; tampering; theft
-	embezzlement; misapplication; misappropriation; peculation

sum; sum of money; amount; amount of money
embezzlement; peculation; misapplication; misappropriation; larceny; theft; thievery; thieving; stealing

the fraudulent appropriation of funds or property entrusted to your care but actually owned by someone else¹
the sum of money that is misappropriated¹

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	embezzle; malversate; misappropriate; peculate
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	embezzle

appropriate (as property entrusted to one's care) fraudulently to one's own use¹