Declaring in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

declaring:
- Anordnen; Vorschreiben
declare:
- angeben; deklarieren; anzeigen; melden; anmelden; verkündigen; proklamieren; verkünden; erweisen; bezeugen; bezeigen; aufschreiben; notieren; anmerken
Wiktionary:
- declare → verzollen, erklären, deklarieren, feststellen, verkünden, bekanntgeben, bekanntmachen, ausrufen, aussagen, ausweisen, anmelden
- declare → verkünden, melden, deklarieren, erklären, anzeigen, verzollen, ansagen

Engels

Uitgebreide vertaling voor declaring (Engels) in het Duits

declaring:

declaring [the ~] zelfstandig naamwoord

the declaring (ordering; prescribe; determine; requiring; dictating; decreeing)
Anordnen; Vorschreiben
- Anordnen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vorschreiben [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor declaring:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anordnen	declaring; decreeing; determine; dictating; ordering; prescribe; requiring	arrangement; ordening
Vorschreiben	declaring; decreeing; determine; dictating; ordering; prescribe; requiring

Verwante woorden van "declaring":

declare

declaring vorm van declare:

to declare werkwoord (declares, declared, declaring)

to declare (give)
angeben; deklarieren; anzeigen; melden; anmelden
- angeben werkwoord (gebe an, gibst an, gibt an, gab an, gabt an, angegeben)
- deklarieren werkwoord (deklariere, deklarierst, deklariert, deklarierte, deklariertet, deklariert)
- anzeigen werkwoord (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
- melden werkwoord (melde, meldst, meldt, meldte, meldtet, gemeldet)
- anmelden werkwoord (melde an, meldest an, meldet an, meldete an, meldetet an, angemeldet)
to declare (proclaim; announce; state; expound)
verkündigen; proklamieren; verkünden
- verkündigen werkwoord (verkündige, verkündigst, verkündigt, verkündigte, verkündigtet, verkündigt)
- proklamieren werkwoord (proklamiere, proklamierst, proklamiert, proklamierte, proklamiertet, proklamiert)
- verkünden werkwoord (verkünde, verkündest, verkündet, verkündete, verkündetet, verkündet)
to declare (express)
erweisen; bezeugen; bezeigen
- erweisen werkwoord (erweise, erweist, erwies, erwiest, erwiesen)
- bezeugen werkwoord (bezeuge, bezeugst, bezeugt, bezeugte, bezeugtet, bezeugt)
- bezeigen werkwoord (bezeige, bezeigst, bezeigt, bezeigte, bezeigtet, bezeigt)
to declare (write down; register; take down)
aufschreiben; notieren; anmerken
- aufschreiben werkwoord (schreibe auf, schreibst auf, schreibt auf, schrieb auf, schriebt auf, aufgeschrieben)
- notieren werkwoord (notiere, notierst, notiert, notierte, notiertet, notiert)
- anmerken werkwoord (merke an, merkst an, merkt an, merkte an, merktet an, angemerkt)
to declare

– To specify the name and type of a variable that will be used in a program. In most high-level programming languages, variables are declared at the beginning of sections of code. ¹
deklarieren
- deklarieren werkwoord (deklariere, deklarierst, deklariert, deklarierte, deklariertet, deklariert)

Conjugations for declare:

present

declare
declare
declares
declare
declare
declare

simple past

declared
declared
declared
declared
declared
declared

present perfect

have declared
have declared
has declared
have declared
have declared
have declared

past continuous

was declaring
were declaring
was declaring
were declaring
were declaring
were declaring

future

shall declare
will declare
will declare
shall declare
will declare
will declare

continuous present

am declaring
are declaring
is declaring
are declaring
are declaring
are declaring

subjunctive

be declared
be declared
be declared
be declared
be declared
be declared

diverse

declare!
let's declare!
declared
declaring

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor declare:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angeben	declare; give	blab; boast; brag; disclose; exagerate; give away; inform against; reveal; squeal; swank; talk big; tout
anmelden	declare; give	announce; apply; enlist; enrol; enrol for; enroll; enter; inform; inscribe; log on; register; report oneself; sign in; subscribe
anmerken	declare; register; take down; write down	check; mark; tick
anzeigen	declare; give	advertise; advertize; announce; betray; blab; denounce; disclose; display; give away; indicate; inform; inform against; peach; point; report; reveal; show; squeak; squeal; tell tales; view
aufschreiben	declare; register; take down; write down	book; enter into; inscribe; list; note; note down; put in writing; put on record; record; register; set down; write down
bezeigen	declare; express
bezeugen	declare; express	appear as a witness; attest; bear testimony; bear witness; give evidence; take the stand; testify; testify to
deklarieren	declare; give
erweisen	declare; express	be fulfilled; come true; demonstrate; donate; give; justify; offer; present; prove; show; verify
melden	declare; give	announce; apply; enrol for; inform; list; mention; narrate; register; report; report oneself; state; tell
notieren	declare; register; take down; write down	book; enter into; inscribe; list; note; note down; put in writing; record; register; write down
proklamieren	announce; declare; expound; proclaim; state
verkünden	announce; declare; expound; proclaim; state	announce; inform; make known; notify; proclaim; send word
verkündigen	announce; declare; expound; proclaim; state	broadcast; broadcast news report; broadcast the news; declare names; divulge something; make something public; proclaim
-	adjudge; announce; hold
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	clear; clear in the customs; declare in the customs

Verwante woorden van "declare":

declaring, declarable, declared

Synoniemen voor "declare":

state; say; tell
announce
affirm; verify; assert; avow; aver; swan; swear
adjudge; hold; evaluate; pass judgment; judge
authorize; authorise; pass; clear
play
proclaim; exclaim; promulgate

Verwante definities voor "declare":

state firmly²
- He declared that he was innocent²
declare to be²
- She was declared incompetent²
announce publicly or officially²
- The President declared war²
proclaim one's support, sympathy, or opinion for or against²
- His wife declared at once for moving to the West Coast²
state emphatically and authoritatively²
- He declared that he needed more money to carry out the task he was charged with²
make a declaration (of dutiable goods) to a customs official²
- Do you have anything to declare?²
designate (a trump suit or no-trump) with the final bid of a hand²
authorize payments of²
- declare dividends²
To specify the name and type of a variable that will be used in a program. In most high-level programming languages, variables are declared at the beginning of sections of code.¹

Wiktionary: declare

declare

verb

To make outstanding debts, e.g. taxes, payable.
- declare → verzollen
to affirm or state something emphatically
- declare → erklären; deklarieren; feststellen
to announce something formally or officially
- declare → verkünden; bekanntgeben; deklarieren; bekanntmachen
to announce one's support, choice, opinion, etc
- declare → ausrufen; aussagen; erklären
to make a declaration
- declare → bekanntmachen; bekanntgeben; deklarieren

declare

verb

(transitiv) etwas (offiziell) verkünden
- erklären → state; announce; declare
eine Erklärung betreffs der Steuern oder des Zolls abgeben
- deklarieren → declare
etwas ausweisen: deklarieren
- ausweisen → declare
Ansprüche geltend machen, vorbringen
- anmelden → declare

Cross Translation:

From	To	Via
• declare	→ verkünden; melden; deklarieren; erklären	↔ verklaren — een officieel standpunt uitspreken
• declare	→ deklarieren; erklären; melden; anzeigen; verkünden; verzollen; ansagen	↔ déclarer — Faire connaître d’une façon manifeste.

Remove Ads

Vertaal declaring van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor declaring (Engels) in het Duits

declaring:

declaring [the ~] zelfstandig naamwoord

the declaring (ordering; prescribe; determine; requiring; dictating; decreeing)

Vertaal Matrix voor declaring:

Verwante woorden van "declaring":

declaring vorm van declare:

to declare werkwoord (declares, declared, declaring)

to declare (give)

to declare (proclaim; announce; state; expound)

to declare (express)

to declare (write down; register; take down)

to declare

Conjugations for declare:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor declare:

Verwante woorden van "declare":

Synoniemen voor "declare":

Verwante definities voor "declare":

Wiktionary: declare