Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. data:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor data (Engels) in het Duits

data:

data [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the data (information)
    Daten; die Information
  2. the data (fact)
    die Tatsache
    • Tatsache [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the data
    – A representation of facts, concepts or instructions in a formalized manner, suitable for communication, interpretation or processing. 1
    Daten
    • Daten [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor data:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Daten data; information
Information data; information Informational; announcement; announcements; clarification; clearing; communication; elucidation; enlightenment; explaining; explanation; expression; information; informing; notice; notification; report; statement; utterance
Tatsache data; fact known fact
- information

Verwante woorden van "data":

  • datum

Synoniemen voor "data":


Verwante definities voor "data":

  1. a collection of facts from which conclusions may be drawn2
    • statistical data2
  2. A representation of facts, concepts or instructions in a formalized manner, suitable for communication, interpretation or processing.1

Wiktionary: data

data
noun
  1. information
  2. plural of datum

Cross Translation:
FromToVia
data Daten donnéesPluriel de donnée.
data material; Material; Zutat matériau — À trier

datum:


Vertaal Matrix voor datum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- data point

Verwante woorden van "datum":


Synoniemen voor "datum":


Verwante definities voor "datum":

  1. an item of factual information derived from measurement or research2

Wiktionary: datum

datum
noun
  1. EDV: eine Informationseinheit (oft nur im Plural)

Verwante vertalingen van data