Crispness in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

crisp:
- knusprig; knackend; mürbe; bröcklig
- krausen; kräuseln
Wiktionary:
- crisp → Chip, Kartoffelchip
- crisp → forsch, knusprig, knackig, spröde, kross
- crisp → Kartoffelchip

Engels

Uitgebreide vertaling voor crispness (Engels) in het Duits

crispness:

Vertaal Matrix voor crispness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	brittleness; crispiness

Synoniemen voor "crispness":

freshness
terseness
brittleness; crispiness; breakableness

Verwante definities voor "crispness":

a pleasing firmness and freshness¹
- crispness of new dollar bills¹
- crispness of fresh lettuce¹
firm but easily broken¹
an expressive style that is direct and to the point¹
- the crispness of his reply¹

crispness vorm van crisp:

crisp bijvoeglijk naamwoord

crisp (brittle)
knusprig
- knusprig bijvoeglijk naamwoord
crisp (brittle)
knackend; knusprig
- knackend bijvoeglijk naamwoord
- knusprig bijvoeglijk naamwoord
crisp (brittle; crumbly)
mürbe; bröcklig
- mürbe bijvoeglijk naamwoord
- bröcklig bijvoeglijk naamwoord

to crisp werkwoord (crisps, crisped, crisping)

to crisp (frizz; flourish; twirl; form circles)
krausen; kräuseln
- krausen werkwoord
- kräuseln werkwoord (kräusele, kräuselst, kräuselt, kräuselte, kräuseltet, gekräuselt)

Conjugations for crisp:

present

crisp
crisp
crisps
crisp
crisp
crisp

simple past

crisped
crisped
crisped
crisped
crisped
crisped

present perfect

have crisped
have crisped
has crisped
have crisped
have crisped
have crisped

past continuous

was crisping
were crisping
was crisping
were crisping
were crisping
were crisping

future

shall crisp
will crisp
will crisp
shall crisp
will crisp
will crisp

continuous present

am crisping
are crisping
is crisping
are crisping
are crisping
are crisping

subjunctive

be crisped
be crisped
be crisped
be crisped
be crisped
be crisped

diverse

crisp!
let's crisp!
crisped
crisping

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor crisp:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Saratoga chip; chip; potato chip
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
krausen	crisp; flourish; form circles; frizz; twirl
kräuseln	crisp; flourish; form circles; frizz; twirl	curl; flourish; frizz; put in curlers; ripple; rumple; twirl; twirl with someone; wrinkle
-	crease; crinkle; crispen; ruckle; scrunch; scrunch up; toast; wrinkle
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	crispy; curt; frizzly; frizzy; frosty; kinky; laconic; nappy; nipping; nippy; sharp; snappy; terse
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bröcklig	brittle; crisp; crumbly	crumbling; delicate; fragile; frail; tender; vulnerable
knackend	brittle; crisp
knusprig	brittle; crisp
mürbe	brittle; crisp; crumbly	delicate; fragile; frail; ragged; ramshackle; rickety; rotten; soft; spongy; succulent; tender; vulnerable; wobbly; wonky; woolly; wooly

Verwante woorden van "crisp":

crispness, crisping, crisper, crispest, crisply

Synoniemen voor "crisp":

sharp; distinct
crispy; tender
frosty; nipping; nippy; snappy; parky; cold
firm; crunchy; fresh
frizzly; frizzy; kinky; nappy; curly
curt; laconic; terse; concise
chip; potato chip; Saratoga chip; snack food
wrinkle; ruckle; crease; crinkle; scrunch; scrunch up; fold; fold up; turn up
crispen; toast; heat; heat up

Verwante definities voor "crisp":

brief and to the point; effectively cut short¹
- a crisp retort¹
(of something seen or heard) clearly defined¹
- the crisp snap of dry leaves underfoot¹
(of hair) in small tight curls¹
pleasingly firm and fresh¹
- crisp lettuce¹
pleasantly cold and invigorating¹
- crisp clear nights and frosty mornings¹
tender and brittle¹
- crisp potato chips¹
a thin crisp slice of potato fried in deep fat¹
make brown and crisp by heating¹
- crisp potatoes¹
make wrinkles or creases on a smooth surface; make a pressed, folded or wrinkled line in¹

Wiktionary: crisp

crisp

noun

a potato chip/crisp
- crisp → Chip

adjective

brisk; crackling; cheerful, lively
- crisp → forsch
possessing a degree of firmness and freshness
- crisp → knusprig; knackig
brittle, friable
- crisp → spröde

crisp

adjective

besonders norddeutsch: frisch gebacken oder gebraten und somit eine harte Kruste aufweisend, die leicht platzt
- kross → crisply; crunchily; crispy; crisp; crunchy

noun

frittierte, dünne Scheibe aus Kartoffeln
- Kartoffelchip → potato chip; crisp

Cross Translation:

From	To	Via
• crisp	→ Kartoffelchip	↔ chips — Très fine tranche de pomme de terre frire dans l’huile, saupoudrer légèrement de sel ou assaisonner.

Remove Ads

Vertaal crispness van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor crispness (Engels) in het Duits

crispness:

Vertaal Matrix voor crispness:

Synoniemen voor "crispness":

Verwante definities voor "crispness":

crispness vorm van crisp:

crisp bijvoeglijk naamwoord

crisp (brittle)

crisp (brittle)

crisp (brittle; crumbly)

to crisp werkwoord (crisps, crisped, crisping)

to crisp (frizz; flourish; twirl; form circles)

Conjugations for crisp:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor crisp:

Verwante woorden van "crisp":

Synoniemen voor "crisp":

Verwante definities voor "crisp":

Wiktionary: crisp