Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
corrupt:
- korrupt; bestechlich; käuflich; schlecht; verrotet; vergammelt; verdorben; verfault; faul; stinkend; ranzig; stinkig; pervers; aus der Art geschlagen; entartet; verlottert; liederlich; verderbt
- entstellen; entarten; korrumpieren; abarten; zurückgehen; ausarten; heruntermachen; verleiden; zurücklaufen; aus der Art schlagen; beschädigen
-
Wiktionary:
- corrupt → verderben, korrumpieren, bestechen
- corrupt → korrupt, bestechlich
- corrupt → pervertieren, korrupt, bestechen, korrumpieren, verderben
Engels
Uitgebreide vertaling voor corrupting (Engels) in het Duits
corrupting:
Vertaal Matrix voor corrupting:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | contaminating; degrading |
Synoniemen voor "corrupting":
Verwante definities voor "corrupting":
corrupting vorm van corrupt:
-
corrupt (bribable)
korrupt; bestechlich; käuflich-
korrupt bijvoeglijk naamwoord
-
bestechlich bijvoeglijk naamwoord
-
käuflich bijvoeglijk naamwoord
-
-
corrupt (putrefied; depraved; rotten; degenerate; perverted)
-
corrupt (degenerate; wickedly)
pervers; aus der Art geschlagen; entartet-
pervers bijvoeglijk naamwoord
-
aus der Art geschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
entartet bijvoeglijk naamwoord
-
-
corrupt (wicked; unattended; perverted; depraved; degenerate; abandoned; ownerless)
verlottert; verdorben; liederlich; verderbt; vergammelt-
verlottert bijvoeglijk naamwoord
-
verdorben bijvoeglijk naamwoord
-
liederlich bijvoeglijk naamwoord
-
verderbt bijvoeglijk naamwoord
-
vergammelt bijvoeglijk naamwoord
-
-
to corrupt (deprave; pervert; debase)
entstellen; entarten; korrumpieren-
korrumpieren werkwoord (korrumpiere, korrumpierst, korrumpiert, korrumpierte, korrumpiertet, korrumpiert)
-
to corrupt (degenerate; deprave; run wild)
abarten; zurückgehen; ausarten; entarten; heruntermachen; verleiden; zurücklaufen; aus der Art schlagen-
abarten werkwoord
-
zurückgehen werkwoord (gehe zurück, gehst zurück, geht zurück, gang zurück, ganget zurück, zurückgegangen)
-
heruntermachen werkwoord (mache herunter, machst herunter, macht herunter, machte herunter, machtet herunter, heruntergemacht)
-
zurücklaufen werkwoord (laufe zurück, läufst zurück, läuft zurück, lief zurück, liefet zurück, zurückgelaufen)
-
aus der Art schlagen werkwoord (schlage aus der Art, schlägst aus der Art, schlägt aus der Art, schlug aus der Art, schlugt aus der Art, aus der Art geschlagen)
-
-
to corrupt
– To damage, in regard to files or data. 2
Conjugations for corrupt:
present
- corrupt
- corrupt
- corrupts
- corrupt
- corrupt
- corrupt
simple past
- corrupted
- corrupted
- corrupted
- corrupted
- corrupted
- corrupted
present perfect
- have corrupted
- have corrupted
- has corrupted
- have corrupted
- have corrupted
- have corrupted
past continuous
- was corrupting
- were corrupting
- was corrupting
- were corrupting
- were corrupting
- were corrupting
future
- shall corrupt
- will corrupt
- will corrupt
- shall corrupt
- will corrupt
- will corrupt
continuous present
- am corrupting
- are corrupting
- is corrupting
- are corrupting
- are corrupting
- are corrupting
subjunctive
- be corrupted
- be corrupted
- be corrupted
- be corrupted
- be corrupted
- be corrupted
diverse
- corrupt!
- let's corrupt!
- corrupted
- corrupting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor corrupt:
Verwante woorden van "corrupt":
Synoniemen voor "corrupt":
Antoniemen van "corrupt":
Verwante definities voor "corrupt":
Wiktionary: corrupt
corrupt
Cross Translation:
verb
corrupt
-
to change from good to bad
- corrupt → verderben; korrumpieren
-
in a depraved state
- corrupt → korrupt
adjective
-
bestechlich
-
bereit eine Bestechung anzunehmen, sich bestechen zu lassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• corrupt | → pervertieren | ↔ perverteren — iets bederven, slecht maken |
• corrupt | → korrupt | ↔ corrupt — met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om van zijn plicht, partij, overtuiging te verzaken |
• corrupt | → bestechen; korrumpieren; verderben | ↔ corrompre — gâter, altérer, changer en mal. |