Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal cooking

Vertaal cooking van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cooking:
  2. cook:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor cooking (Engels) in het Duits

cooking:

cooking [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cooking
    die Kocherei
    • Kocherei [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cooking (boiling)
    Kochen; Sieden
    • Kochen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Sieden [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. the cooking (boiling)
    Gekochte
    • Gekochte [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. the cooking (catering)
    die Kocherei; Kochen
    • Kocherei [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kochen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cooking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gekochte boiling; cooking
Kochen boiling; catering; cooking preparing diner; seething
Kocherei catering; cooking
Sieden boiling; cooking seething
- cookery; preparation
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- boiling; making; preparation

Verwante woorden van "cooking":


Synoniemen voor "cooking":


Verwante definities voor "cooking":

  1. the act of preparing something (as food) by the application of heat1
    • cooking can be a great art1

Wiktionary: cooking

cooking
noun
  1. the process of preparing food by using heat
cooking
noun
  1. die Kochkunst und die Art und Weise des Kochens im Allgemeinen und in bestimmten Regionen oder von bestimmten Personen oder Personengruppen
Cross Translation:
FromToVia
• cooking → Kochen; Küche ↔ cuisine — Art d’apprêter les mets, les aliments

cooking vorm van cook:

cook [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cook (head-cook; chef)
    der Küchenmeister; der Koch
  2. the cook (kitchen-maid; chef; caterer; head-cook)
    Küchenmädchen; die Küchengehilfin
  3. the cook (chef; caterer; head-cook)
    die Köchin; die Küchenfee; die Küchengehilfin

to cook werkwoord (cooks, cooked, cooking)

  1. to cook (prepare a meal; do the cooking)
    kochen; Essen zubereiten
  2. to cook (prepare; brew; make ready)
    zubereiten; kochen
    • zubereiten werkwoord (zubereite, zubereitest, zubereitet, zuberitt, zuberittet, zuberitten)
    • kochen werkwoord (koche, kochst, kocht, kochte, kochtet, gekocht)
  3. to cook (boil with rage; seethe; anneal; start boiling; reach the boiling point)
    kochen; sieden; erhitzen
    • kochen werkwoord (koche, kochst, kocht, kochte, kochtet, gekocht)
    • sieden werkwoord (siede, siedest, siedet, siedete, siedetet, gesiedet)
    • erhitzen werkwoord (erhitze, erhitzt, erhitzte, erhitztet, erhitzt)
  4. to cook
    garen; garkochen; kochen
    • garen werkwoord
    • garkochen werkwoord
    • kochen werkwoord (koche, kochst, kocht, kochte, kochtet, gekocht)

Conjugations for cook:

present
  1. cook
  2. cook
  3. cooks
  4. cook
  5. cook
  6. cook
simple past
  1. cooked
  2. cooked
  3. cooked
  4. cooked
  5. cooked
  6. cooked
present perfect
  1. have cooked
  2. have cooked
  3. has cooked
  4. have cooked
  5. have cooked
  6. have cooked
past continuous
  1. was cooking
  2. were cooking
  3. was cooking
  4. were cooking
  5. were cooking
  6. were cooking
future
  1. shall cook
  2. will cook
  3. will cook
  4. shall cook
  5. will cook
  6. will cook
continuous present
  1. am cooking
  2. are cooking
  3. is cooking
  4. are cooking
  5. are cooking
  6. are cooking
subjunctive
  1. be cooked
  2. be cooked
  3. be cooked
  4. be cooked
  5. be cooked
  6. be cooked
diverse
  1. cook!
  2. let's cook!
  5. cooked
  6. cooking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor cook:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Koch chef; cook; head-cook
Köchin caterer; chef; cook; head-cook
Küchenfee caterer; chef; cook; head-cook
Küchengehilfin caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid
Küchenmeister chef; cook; head-cook
Küchenmädchen caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Essen zubereiten cook; do the cooking; prepare a meal
erhitzen anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling arouse; boil; excite; heat; reach the boiling point; seethe; start boiling; stimulate; stir up; warm; warm up food
garen cook
garkochen cook
kochen anneal; boil with rage; brew; cook; do the cooking; make ready; prepare; prepare a meal; reach the boiling point; seethe; start boiling boil; prepare; reach the boiling point; seethe; start boiling
sieden anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling boil; reach the boiling point; seethe; simmer; smoulder; start boiling
zubereiten brew; cook; make ready; prepare marinade; pickle; prepare; season; spice
- fake; falsify; fix; fudge; make; manipulate; misrepresent; prepare; ready; wangle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dress; female cook; kitchen-maid; make; prepare

Verwante woorden van "cook":


Synoniemen voor "cook":


Verwante definities voor "cook":

  1. someone who cooks food1
  2. transform and make suitable for consumption by heating1
    • These potatoes have to cook for 20 minutes1
  3. transform by heating1
    • The apothecary cooked the medicinal mixture in a big iron kettle1
  4. prepare for eating by applying heat1
  5. prepare a hot meal1
    • My husband doesn't cook1
  6. tamper, with the purpose of deception1
    • cook the books1

Wiktionary: cook

cook
verb
  1. colloquial: be uncomfortably hot
  2. prepare food
  3. become ready for eating
  4. prepare (food) for eating
noun
  1. a person who prepares food for a living
cook
  1. Lebensmittel unter Einwirkung von Hitze zu einer Mahlzeit zubereiten
  2. intransitiv: gar werden
  3. transitiv: Lebensmittel erhitzen, um sie bekömmlich zu machen, etwas gar werden lassen
noun
  1. Beruf, der sich mit der Zubereitung von Speisen beschäftigt
Cross Translation:
FromToVia
• cook → kochen ↔ koken — met behulp van ingrediënten een maaltijd klaarmaken
• cook → kochen ↔ cuire — préparer les aliments par le moyen du feu, de la chaleur, pour les rendre propres à être manger. devenir propre à être mangé ou propre à tel ou tel usage par le moyen du feu, de la chaleur.
• cook → kochen; backen ↔ cuisiner — Préparer à manger
• cook → Köchin ↔ cuisinière — désuet|fr Femme du cuisinier.

Verwante vertalingen van cooking







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0343 seconde
Page rendered in 1.0 seconds