Engels

Uitgebreide vertaling voor conflicting (Engels) in het Duits

conflicting:

conflicting bijvoeglijk naamwoord

  1. conflicting (contradictory; opposite; incompatible; antipodal)
    gegensätzlich; widersprüchlich; entgegengesetzt; unvereinbar; unverträglich
  2. conflicting (contradictory; clashing)
    widersprüchlich; unvereinbar
  3. conflicting (incoherent; inconsistent; ambivalent; )
    unzusammenhängend; folgewidrig; inkonsequent; nicht folgerichtig

Vertaal Matrix voor conflicting:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- at odds; contradictory; self-contradictory
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- contradictory
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entgegengesetzt antipodal; conflicting; contradictory; incompatible; opposite back; contrary; opposing; otherwise
folgewidrig ambivalent; clashing; conflicting; contradictory; disconnected; incoherent; incompatible; inconsistent; uncorrelated inconsequential
gegensätzlich antipodal; conflicting; contradictory; incompatible; opposite back; contrary to; incompatible; polar
inkonsequent ambivalent; clashing; conflicting; contradictory; disconnected; incoherent; incompatible; inconsistent; uncorrelated inconsequential
nicht folgerichtig ambivalent; clashing; conflicting; contradictory; disconnected; incoherent; incompatible; inconsistent; uncorrelated inconsequential
unvereinbar antipodal; clashing; conflicting; contradictory; incompatible; opposite impossible
unverträglich antipodal; conflicting; contradictory; incompatible; opposite
unzusammenhängend ambivalent; clashing; conflicting; contradictory; disconnected; incoherent; incompatible; inconsistent; uncorrelated
widersprüchlich antipodal; clashing; conflicting; contradictory; incompatible; opposite

Verwante woorden van "conflicting":

  • conflictingly

Synoniemen voor "conflicting":


Verwante definities voor "conflicting":

  1. in disagreement1
  2. on bad terms1
    • conflicting opinions1

Wiktionary: conflicting

conflicting
adjective
  1. nicht eindeutig/einheitlich, hin und her gerissen