Composure in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

composure:
- Gemütsruhe; Kontrolle; Beherschung; Selbstbeherschung; Gelassenheit; Gleichmut
Wiktionary:
- composure → Gelassenheit, Selbstbeherrschung, Haltung, Contenance
- composure → Ruhe, Stille, Pause

Engels

Uitgebreide vertaling voor composure (Engels) in het Duits

the composure (peace of mind; serenity; tranquillity of mind; inner peace; calm; inner calm)
die Gemütsruhe
- Gemütsruhe [die ~] zelfstandig naamwoord
the composure (self-control; control; restraint; cool)
die Kontrolle; die Beherschung; die Selbstbeherschung
- Kontrolle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beherschung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Selbstbeherschung [die ~] zelfstandig naamwoord
the composure (equanimity; imperturbability; equability; regularity; evenness of temper)
die Gelassenheit; der Gleichmut
- Gelassenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gleichmut [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beherschung	composure; control; cool; restraint; self-control
Gelassenheit	composure; equability; equanimity; evenness of temper; imperturbability; regularity	calmness; meekness; quietness; tranquility; tranquillity
Gemütsruhe	calm; composure; inner calm; inner peace; peace of mind; serenity; tranquillity of mind
Gleichmut	composure; equability; equanimity; evenness of temper; imperturbability; regularity
Kontrolle	composure; control; cool; restraint; self-control	access control; administration; care; check up; control; examination; examining; guardianship; inspecting; inspection; management; monitoring; observation; supervision; surveillance; testing; watch
Selbstbeherschung	composure; control; cool; restraint; self-control
-	calm; calmness; equanimity
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	equanimity

steadiness of mind under stress¹
- he accepted their problems with composure and she with equanimity¹

composure

noun

composure

noun

die Kontrolle über sich selbst
- Selbstbeherrschung → self-restraint; self-possession; self-control; composure; self-command
Plural ungebräuchlich oder selten: (bezüglich des Stehens, Gehens oder Sitzens) Art und Weise, den Körper, insbesondere das Rückgrat zu halten; Körperhaltung
- Haltung → composure; bearing; attitude; posture
maßvolle Haltung, innere Ruhe, seelisches Gleichgewicht
- Gelassenheit → equanimity; composure; serenity; calmness
Fassung, Selbstbeherrschung in einer schwierigen Situation
- Contenance → composure

Cross Translation:

From	To	Via
• composure	→ Ruhe; Stille; Pause	↔ repos — privation, cessation de mouvement, d’activité ou d’effort,.