Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal complaining

Vertaal complaining van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. complaining:
  2. complain:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor complaining (Engels) in het Duits

complaining:

complaining bijvoeglijk naamwoord

  1. complaining
    klagend; griesgrämig
  2. complaining (bad tempered; moody; grumpy; )
    schlecht gelaunt
  3. complaining (lamenting; woeful; wailing; plaintive; wretched)
    kläglich; jammernd; jammervoll; klagend
  4. complaining (moaning; wretched; whining; woeful; lamenting)
    kläglich; elend; quengelig; nörglerisch; jammervoll; klagend

complaining [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the complaining (reporting something)
    die Wehklage; Klage einreichen
  2. the complaining (complaint; making complaints)
    Klagen; Geklage; Gemecker; Stöhnen; Gejammer; Genörgel
    • Klagen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemecker [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Genörgel [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor complaining:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gejammer complaining; complaint; making complaints flutter; grumbling; harping on; lamentation; lamentations; moaning; nagging; wailing
Geklage complaining; complaint; making complaints grumbling; lamentations; wailing
Gemecker complaining; complaint; making complaints grumbling; jeering; moaning; nagging; sneering; trouble; whining
Genörgel complaining; complaint; making complaints fight; game of rough-and-tumble; grumbling; harping on; jeering; moaning; nagging; romp; romping; sneering
Klage einreichen complaining; reporting something
Klagen complaining; complaint; making complaints grumbling
Stöhnen complaining; complaint; making complaints grumbling; lamentations; wailing
Wehklage complaining; reporting something complaint; dirge; jeremiad; lamentation
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- complaintive
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elend complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched appalling; awful; catastrophic; crying shame; crying to heaven; disastrous; disgraceful; fatal; fateful; lousy; miserable; naseaus; outrageous; paltry; poor; ragged; rank; rotten; shabby; shady; shocking; terrible; unfortunate; unsightly; wretched
griesgrämig complaining cantankerous; cheerless; crabbed; crusty; gloomy; gruff; grumbling; grumpy; joyless; moody; nagging; pensive; rigid; sad; somber; sombre; sulky; sullen; surly; triste; wistful
jammernd complaining; lamenting; plaintive; wailing; woeful; wretched
jammervoll complaining; lamenting; moaning; plaintive; wailing; whining; woeful; wretched blast; damn it; darned; dash it; pitiful; woeful
klagend complaining; lamenting; moaning; plaintive; wailing; whining; woeful; wretched
kläglich complaining; lamenting; moaning; plaintive; wailing; whining; woeful; wretched distressful; miserable; pathetic; pitiful; poor; woeful; wretched
nörglerisch complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched grumbling; grumpy; petulant; sulky
quengelig complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched petulant; sulky
schlecht gelaunt bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing baroque; capricious; changeable; disagreeable; fickle; freak; freakish; grumbling; grumpy; incalculable; indigestible; peevish; unpredictable; unstable; unsteady; wayward; whimsical

Verwante woorden van "complaining":

  • uncomplaining, complainingly, complain

Synoniemen voor "complaining":


Antoniemen van "complaining":

  • uncomplaining

Verwante definities voor "complaining":

  1. expressing pain or dissatisfaction of resentment1
    • a complaining boss1

complaining vorm van complain:

to complain werkwoord (complains, complained, complaining)

  1. to complain (nag; complaint; deplore; gripe; harp)
    klagen; sich beschweren; beanstanden; reklamieren
    • klagen werkwoord (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • sich beschweren werkwoord (beschwere mich, beschwerst dich, beschwert sich, beschwerte sich, beschwertet euch, sich beschwert)
    • beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
    • reklamieren werkwoord (reklamiere, reklamierst, reklamiert, reklamierte, reklamiertet, reklamiert)
  2. to complain (gripe; grumble; grouse; bellyache)
    meckern; nörgeln; brummen; knurren; schimpfen; grunzen; murren; brummeln; brutzeln; über etwas meckern
    • meckern werkwoord (meckere, meckerst, meckert, meckerte, meckertet, gemechert)
    • nörgeln werkwoord (nörgele, nörgelst, nörgelt, nörgelte, nörgeltet, genörgelt)
    • brummen werkwoord (brumme, brummst, brummt, brummte, brummtet, gebrummt)
    • knurren werkwoord (knurre, knurrst, knurrt, knurrte, knurrtet, geknurrt)
    • schimpfen werkwoord (schimpfe, schimpfst, schimpft, schimpfte, schimpftet, geschimpft)
    • grunzen werkwoord (grunze, grunzt, grunzte, grunztet, gegrunzt)
    • murren werkwoord (murre, murrst, murrt, murrte, murrtet, gemurrt)
    • brummeln werkwoord (brummele, brummelst, brummelt, brummelte, brummeltet, gebrummelt)
    • brutzeln werkwoord (brutzele, brutzelst, brutzelt, brutzelte, brutzeltet, gebrutzelt)
  3. to complain (object; protest)
    reklamieren; klagen; beanstanden; sichbeschweren
    • reklamieren werkwoord (reklamiere, reklamierst, reklamiert, reklamierte, reklamiertet, reklamiert)
    • klagen werkwoord (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
    • sichbeschweren werkwoord
  4. to complain (raise objections)
    beschweren; sich beschweren; reklamieren; beauftragen; klagen; beanstanden
    • beschweren werkwoord (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
    • sich beschweren werkwoord (beschwere mich, beschwerst dich, beschwert sich, beschwerte sich, beschwertet euch, sich beschwert)
    • reklamieren werkwoord (reklamiere, reklamierst, reklamiert, reklamierte, reklamiertet, reklamiert)
    • beauftragen werkwoord (beuaftrage, beuaftragst, beuaftragt, beuaftragte, beuaftragtet, beauftragt)
    • klagen werkwoord (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
  5. to complain (reclaim; claim back; call in)
    zurückfordern; wiederfordern
    • zurückfordern werkwoord (fordere zurück, forderst zurück, fordert zurück, forderte zurück, fordertet zurück, zurückgefordert)
    • wiederfordern werkwoord (wiederfordere, wiederforderst, wiederfordert, wiederforderte, wiederfordertet, wiederfordert)
  6. to complain (wail; lament; make complaints)
    jammern; klagen; flehen; wimmern; winseln; wehklagen
    • jammern werkwoord (jammre, jammerst, jammert, jammerte, jammertet, gejammert)
    • klagen werkwoord (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • flehen werkwoord (flehe, flehst, fleht, flehte, flehtet, gefleht)
    • wimmern werkwoord (wimmere, wimmerst, wimmert, wimmerte, wimmertet, gewimmert)
    • winseln werkwoord (winsele, winselst, winselt, winselte, winseltet, gewinselt)
    • wehklagen werkwoord (wehklage, wehklagst, wehklagt, wehklagte, wehklagtet, wehgeklagt)
  7. to complain (mutter; sputter; crackle; )
    schwätzen; sich wehren; meckern; murren
    • schwätzen werkwoord (schwätze, schwätzt, schwätzte, schwätztet, geschwätzt)
    • sich wehren werkwoord (wehre mich, wehrst dich, wehrt sich, wehrte sich, wehrtet euch, sich gewehrt)
    • meckern werkwoord (meckere, meckerst, meckert, meckerte, meckertet, gemechert)
    • murren werkwoord (murre, murrst, murrt, murrte, murrtet, gemurrt)
  8. to complain (yammer; wail; whinge)
    klagen; sich beschweren; beanstanden
    • klagen werkwoord (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • sich beschweren werkwoord (beschwere mich, beschwerst dich, beschwert sich, beschwerte sich, beschwertet euch, sich beschwert)
    • beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)

Conjugations for complain:

present
  1. complain
  2. complain
  3. complains
  4. complain
  5. complain
  6. complain
simple past
  1. complained
  2. complained
  3. complained
  4. complained
  5. complained
  6. complained
present perfect
  1. have complained
  2. have complained
  3. has complained
  4. have complained
  5. have complained
  6. have complained
past continuous
  1. was complaining
  2. were complaining
  3. was complaining
  4. were complaining
  5. were complaining
  6. were complaining
future
  1. shall complain
  2. will complain
  3. will complain
  4. shall complain
  5. will complain
  6. will complain
continuous present
  1. am complaining
  2. are complaining
  3. is complaining
  4. are complaining
  5. are complaining
  6. are complaining
subjunctive
  1. be complained
  2. be complained
  3. be complained
  4. be complained
  5. be complained
  6. be complained
diverse
  1. complain!
  2. let's complain!
  5. complained
  6. complaining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor complain:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beanstanden complain; complaint; deplore; gripe; harp; nag; object; protest; put in a complaint; raise objections; wail; whinge; yammer carp; castigate; cavil; censure; comment; condemn; criticise; criticize; decry; discuss; find fault with; give comment; review; run down; slate; speak about; talk about; talk it over
beauftragen complain; raise objections aggravate; burden; charge; command; commission; decree; dedicate; devote; dictate; erect; exert power; force; order; put upright; raise; rule
beschweren complain; raise objections load; make heavier; weight
brummeln bellyache; complain; gripe; grouse; grumble chanter; grouse; growl; grumble; lisp; rumble; snarl
brummen bellyache; complain; gripe; grouse; grumble buzz; chanter; grouse; growl; grumble; hum; rumble; snarl
brutzeln bellyache; complain; gripe; grouse; grumble bake; chanter; fry; grouse; growl; grumble; rumble; snarl; stew
flehen complain; lament; make complaints; wail appeal; ask; beg; beseech; implore; plead; pray; query; request; say grace
grunzen bellyache; complain; gripe; grouse; grumble chanter; grouse; growl; grumble; rumble; snarl; thunder
jammern complain; lament; make complaints; wail be a pain in the neck; cry; groan; keep on; moan; nag; weep; whimper; whine
klagen complain; complaint; deplore; gripe; harp; lament; make complaints; nag; object; protest; put in a complaint; raise objections; wail; whinge; yammer be a pain in the neck; commiserate; condole; express displeasure; keep on; nag; sympathise; sympathize
knurren bellyache; complain; gripe; grouse; grumble chanter; grouse; growl; grumble; rumble; snarl
meckern bellyache; bluster; complain; crackle; gripe; grouse; grumble; mumble; mutter; sputter bawl; bleat; chanter; express displeasure; grouse; growl; grumble; rumble; snarl
murren bellyache; bluster; complain; crackle; gripe; grouse; grumble; mumble; mutter; sputter chanter; grouse; growl; grumble; rumble; snarl
nörgeln bellyache; complain; gripe; grouse; grumble be a pain in the neck; keep on; nag
reklamieren complain; complaint; deplore; gripe; harp; nag; object; protest; put in a complaint; raise objections
schimpfen bellyache; complain; gripe; grouse; grumble altercate; bawl; bawl out; be furious; bicker; bluster; call someone names; chanter; go off the deep end; grouse; growl; grumble; make trouble; quarrel; rage; rant; rave; rumble; scold; scream; snarl; storm; storm at; swear at; tell off; thunder; tick off; to be furious; wrangle; yell
schwätzen bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter babble; blab; chat; chatter; chirp; drivel; gab; gabble; have a chat; have a conversation; jabber; jaw; narrate; prattle; prattle on; quack; rattle; rave; relate; rot; speak; talk; talk crap; talk nonsense; talk rot; talk rubbish; tell; twaddle
sich beschweren complain; complaint; deplore; gripe; harp; nag; put in a complaint; raise objections; wail; whinge; yammer express displeasure
sich wehren bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter avert; fight back; keep out; prevent; resist; struggle
sichbeschweren complain; object; protest
wehklagen complain; lament; make complaints; wail be a pain in the neck; cry; groan; keep on; moan; nag; weep
wiederfordern call in; claim back; complain; reclaim
wimmern complain; lament; make complaints; wail be a pain in the neck; groan; keep on; lament; moan; nag; whimper; whine; whinge; yack; yammer
winseln complain; lament; make complaints; wail be a pain in the neck; groan; keep on; lament; moan; nag; whimper; whine; whinge; yack; yammer
zurückfordern call in; claim back; complain; reclaim
über etwas meckern bellyache; complain; gripe; grouse; grumble
- kick; kvetch; plain; quetch; sound off
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- croak; grumble; moan

Verwante woorden van "complain":


Synoniemen voor "complain":


Antoniemen van "complain":


Verwante definities voor "complain":

  1. make a formal accusation; bring a formal charge1
    • The plaintiff's lawyer complained that he defendant had physically abused his client1
  2. express complaints, discontent, displeasure, or unhappiness1
    • My mother complains all day1

Wiktionary: complain

complain
verb
  1. to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment
complain
verb
  1. sich über eine mangelhafte Kaufsache oder Dienstleistung beschweren (und Ersatz oder den Kaufpreis verlangen)
  2. umgangssprachlich, süddeutsch, österreichisch: weinerlich klagen, nörgeln
  3. Unzufriedenheit über eine Situation äußern
  4. (reflexiv) sich bei jemandem gegen etwas Unerwünschtes verwahren
  5. reflexiv: seinen Unmut über etwas äußern
  6. abwertend: seine Unzufriedenheit äußern; nörgeln, beschimpfen
  1. sich (oft) gehässig, aber nicht aggressiv beschweren; etwas bekritteln
  2. österreichisch abwertend: fortwährend und störend schimpfen, nörgeln und keifen
  3. fortwährend (störend), oft gehässig schimpfen und nörgeln
Cross Translation:
FromToVia
• complain → klagen ↔ klagen — ongenoegen uiten
• complain → sich beklagen; sich beschweren ↔ beklagen — ontevredenheid uiten, klachten indienen
• complain → heulen; zetern ↔ clamer — manifester son opinion par des termes violents, par des cris.
• complain → anzeigen; Strafanzeige erstatten; verzeigen; Klage erheben; verklagen ↔ porter plainte — droit|fr Dénoncer une infraction (dont on est victime) auprès des autorités judiciaires pour obtenir réparation.
• complain → nörgeln ↔ râler — Faire en respirer un bruit rauque causé par l’embarras des bronches. Il se dit particulièrement des agonisants.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0846 seconde
Page rendered in 1.0 seconds