Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal companion

Vertaal companion van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. companion:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor companion (Engels) in het Duits

companion:

companion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the companion (friend; business associate; chum; )
    der Freund; der Kompagnon; der Mitinhaber; der Teihaber; der Kumpel
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Mitinhaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teihaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the companion (pal; friend; buddy; )
    der Freund; der Kamerad; der Kumpel; die Freundin; der Genosse; der Macker; die Genossin; die Kameradin; der Kompagnon; der Vertraute
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamerad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Freundin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genossin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kameradin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vertraute [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the companion (information guide)
    Nachschlagewerk; der Wegweiser
  4. the companion (husband; spouse; partner; life companion)
    der Mann; der Partner; der Ehegatte; der Gemahl; der Lebenspartner; der Gatte
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Partner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ehegatte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemahl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lebenspartner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gatte [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. the companion (mate; partner; chum; pal; friend)
    der Freund; der Kumpel; der Gefährte; der Kamerad; der Genosse; der Geselle; der Macker
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefährte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamerad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geselle [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macker [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. the companion (guide)
    die Begleiterin; die Führerin
  7. the companion (female partner; partner)
    der Freund; der Kumpel; die Gesellin; der Begleiter; der Geselle; der Genosse; der Macker; der Kamerad
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesellin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Begleiter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geselle [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamerad [der ~] zelfstandig naamwoord
  8. the companion (fellow; mate)
    der Gefährte; die Gefährtin

Vertaal Matrix voor companion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Begleiter companion; female partner; partner conductor; curator; guardian; tutor
Begleiterin companion; guide
Ehegatte companion; husband; life companion; partner; spouse
Freund buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner beloved; buddy; darling; dearest; deary; ducky; friend; heart; hearts desire; ladylove; lover; male; man; mistress; pal; peach; sweetheart; sweetie
Freundin buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal beloved; best friend; bosom friend; buddy; close friend; confidante; darling; dearest; deary; ducky; heart; hearts desire; ladylove; lover; mistress; peach; pet; squeeze; sweetheart; sweetie
Führerin companion; guide
Gatte companion; husband; life companion; partner; spouse husband; life companion; male; man; mistress; partner; spouse; wife
Gefährte chum; companion; fellow; friend; mate; pal; partner buddy; curator; guardian; male; man; mate; travelling-companion; tutor
Gefährtin companion; fellow; mate
Gemahl companion; husband; life companion; partner; spouse husband; life companion; male; man; mistress; partner; spouse; wife
Genosse buddy; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner brother-in-arms; buddy; comrade; mate; pall; partner; supporter
Genossin buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal best friend; bosom friend; buddy; close friend; confidante
Geselle chum; companion; female partner; friend; mate; pal; partner assistant; bloke; butler; bystander; chamber servant; chap; clerk; cove; disciple; fellow; follower; footman; gent; helper; imitator; lackey; man; mister; pallbearer; pupil; second servant; servant; shadower; type; valet
Gesellin companion; female partner; partner
Kamerad buddy; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner buddy; friend; pal
Kameradin buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal
Kompagnon buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner business contact; business relation; member of the firm; partner
Kumpel buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner male; man; mine-worker; miner; pall
Lebenspartner companion; husband; life companion; partner; spouse
Macker buddy; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; pal; partner
Mann companion; husband; life companion; partner; spouse bloke; butler; chamber servant; chap; cove; fellow; footman; gent; husband; lackey; lad; life companion; male; man; mister; mistress; pallbearer; partner; servant; spouse; type; valet; wife
Mitinhaber buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner business contact; business relation; member of the firm; partner
Nachschlagewerk companion; information guide oracle; reference book; reference-book; vademecum; walking encyclopedia
Partner companion; husband; life companion; partner; spouse brother-in-arms; comrade; consort; life companion; life partner; male; man; member of the firm; partner; spouse; supporter
Teihaber buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner
Vertraute buddy; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal chum; confidante; friend; intimate; pal
Wegweiser companion; information guide destination-board; guide; guidebook; guidepost; handbook; host; instruction book; instruction booklet; manual; road sign; route-indicator; signpost
- associate; comrade; familiar; fellow; fellow traveler; fellow traveller
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- accompany; company; keep company

Verwante woorden van "companion":

  • companionable, companions

Synoniemen voor "companion":


Verwante definities voor "companion":

  1. one paid to accompany or assist or live with another1
  2. a friend who is frequently in the company of another1
    • drinking companions1
  3. a traveler who accompanies you1
  4. be a companion to somebody1

Wiktionary: companion

companion
noun
  1. someone with whom one spends time or keeps company
companion
noun
  1. Anrede in der UdSSR: Genosse, Kamerad
  2. Person in einer festen Lebensgemeinschaft
  3. ursprünglich: Soldat, mit dem man die Stube teilt; allgemein: Soldat in der eigenen Armee
  4. Person, die einer anderen Person durch Zuneigung oder Schicksal verbunden ist
  5. umschreibend für: Freund, Liebhaber
Cross Translation:
FromToVia
• companion → Kamerad; Genosse ↔ camarade — Celui ou celle qui, en partager les occupations, la vie d’une ou de plusieurs personnes, contracter avec elles une sorte d’amitié et une communauté d’intérêts.
• companion → Gefährte; Begleiter; Genosse; Geselle ↔ compagnon — Celui qui est habituellement avec un autre ou qui fait avec lui la même chose.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van companion







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0615 seconde
Page rendered in 1.0 seconds