Chances in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

chances:
- Möglichkeiten; Chancen; Gelegenheiten; Potenz; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gewalt; Dynamik; Stärke; Kraft; Energie
chance:
- Möglichkeit; Chance; Gelegenheit; Glückstreffer; Extraprofit; unerwarteter Vorteil; Glück; Glücksfälle; Glücksfall; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwartetes Glück; Gelegenheitskäufe; Gelegenheitskauf; Massel; Erfolg; Gelingen; Fortuna; Hit; Treffer
Wiktionary:
- chance → Wahrscheinlichkeit, Zufall, Chance, Gelegenheit, Möglichkeit, Risiko
- chance → Möglichkeit, Chance, Gelegenheit, Wahrscheinlichkeit, Zufall, Kontingenz

Engels

Uitgebreide vertaling voor chances (Engels) in het Duits

chances:

chances [the ~] zelfstandig naamwoord

the chances (opportunities)
die Möglichkeiten; die Chancen; die Gelegenheiten
- Möglichkeiten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Chancen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheiten [die ~] zelfstandig naamwoord
the chances (opportunities)
die Möglichkeiten; die Gelegenheiten; die Potenz; die Gelegenheit zur Verwesentlichung; die Chancen; die Gewalt; die Dynamik; die Stärke; die Kraft; die Energie
- Möglichkeiten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheiten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Potenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheit zur Verwesentlichung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Chancen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewalt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dynamik [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stärke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kraft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Energie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chances:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Chancen	chances; opportunities
Dynamik	chances; opportunities	activity; dynamics; function; functionality; intensity; mechanics; power; strength; vigor; vigour
Energie	chances; opportunities	ability; activity; capacity; current; drive; efficacy; electric current; energy; function; functionality; gin; gusto; impetus; jenever; momentum; potential; power; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; vigor; vigour; will-power; zest
Gelegenheit zur Verwesentlichung	chances; opportunities
Gelegenheiten	chances; opportunities	cafe's; places to go out
Gewalt	chances; opportunities	Violence; dispositional right; force; strength; violence
Kraft	chances; opportunities	authority; capacity; courage; decisiveness; drive; energy; fiber; fibre; force; forcefulness; fortitude; gin; impetus; intensity; jenever; momentum; muscularity; power; soul; spirit; spunk; strength; strong point; thoroughness; vigor; vigour
Möglichkeiten	chances; opportunities	cafe's; places to go out
Potenz	chances; opportunities
Stärke	chances; opportunities	authority; capacity; corpulence; courage; fervor; fervour; fiber; fibre; fierceness; force; fortitude; intensity; overweight; plumpness; power; starch; stoutness; strength; strong point; vehemence; violence; weight

Verwante woorden van "chances":

chance

chance:

chance [the ~] zelfstandig naamwoord

the chance (possibility; opportunity)
die Möglichkeit; die Chance; die Gelegenheit
- Möglichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Chance [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
the chance (piece of good luck; lucky coincidence; godsend; pleasant surprise; stroke of unexpected luck; piece of luck; stroke of luck; bit of good luck; bit of luck)
der Glückstreffer; der Extraprofit; unerwarteter Vorteil; Glück; die Glücksfälle; der Glücksfall; der Zufallstreffer; der kleiner Profit; unerwartetes Glück; die Gelegenheitskäufe; der Gelegenheitskauf
- Glückstreffer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Extraprofit [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwarteter Vorteil [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfälle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zufallstreffer [der ~] zelfstandig naamwoord
- kleiner Profit [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwartetes Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheitskäufe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheitskauf [der ~] zelfstandig naamwoord
the chance (fortunate; good luck)
Glück; der Massel; unerwartetes Glück; der Erfolg; der Glücksfall; die Glücksfälle; Gelingen; die Fortuna; der Hit
- Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Massel [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwartetes Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Erfolg [der ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfälle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gelingen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fortuna [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hit [der ~] zelfstandig naamwoord
the chance (windfall; godsend; stroke of luck; piece of luck)
der Treffer; Glück; der Glücksfall; unerwartetes Glück
- Treffer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwartetes Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
the chance (windfall; godsend; bit of luck)
der Zufallstreffer
- Zufallstreffer [der ~] zelfstandig naamwoord
the chance (windfall; bit of luck; godsend)
Glück; der Glücksfall; unerwartetes Glück; die Glücksfälle; der Zufallstreffer; unerwarteter Vorteil
- Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwartetes Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glücksfälle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zufallstreffer [der ~] zelfstandig naamwoord
- unerwarteter Vorteil [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Chance	chance; opportunity; possibility
Erfolg	chance; fortunate; good luck	action; affluence; bestseller; box-office success; chart topper; cracker; fortune; hit; luck; operation; prosperity; skin eruption; succeeding; success; wealth; welfare; well-being; windfall; working
Extraprofit	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck	advantage; benefit; earnings; economy; gain; output; profit; return; sheer luck; stroke of luck; take; victory; windfall; winning; yield
Fortuna	chance; fortunate; good luck	Fortuna; goddess of fortune; lady Luck
Gelegenheit	chance; opportunity; possibility	opportunity
Gelegenheitskauf	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck	bargain; bid; offer; proposal
Gelegenheitskäufe	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck
Gelingen	chance; fortunate; good luck	prosperity; succeeding; success; working
Glück	bit of good luck; bit of luck; chance; fortunate; godsend; good luck; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	affluence; be happy; bit of good luck; bit of luck; blessedness; bliss; deliciousness; euphoria; fortune; glory; godsend; happiness; joy; luck; magnificence; piece of good luck; pleasant surprise; prosperity; sheer luck; stroke of luck; success; wealth; welfare; well-being; windfall
Glücksfall	bit of good luck; bit of luck; chance; fortunate; godsend; good luck; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	be happy; bit of good luck; bit of luck; chance hit; fluke; fortune; godsend; luck; piece of good luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; windfall
Glücksfälle	bit of good luck; bit of luck; chance; fortunate; godsend; good luck; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	be happy; bit of good luck; bit of luck; chance hit; fluke; fortune; godsend; luck; piece of good luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; windfall
Glückstreffer	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck	bit of good luck; chance hit; fluke; lucky hit; stroke of luck
Hit	chance; fortunate; good luck	bestseller; box-office success; chart topper; cracker; hit; smash; smash hit; smasher; sure card; winner
Massel	chance; fortunate; good luck
Möglichkeit	chance; opportunity; possibility	opportunity; vision
Treffer	chance; godsend; piece of luck; stroke of luck; windfall	bestseller; bit of good luck; bit of luck; box-office success; chart topper; cracker; goal; godsend; hit; piece of good luck; pleasant surprise; sure card; windfall; winner
Zufallstreffer	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	bit of good luck; bit of luck; chance hit; fluke; godsend; lucky hit; piece of good luck; pleasant surprise; stroke of luck; windfall
kleiner Profit	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck
unerwarteter Vorteil	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	sheer luck; stroke of luck; windfall
unerwartetes Glück	bit of good luck; bit of luck; chance; fortunate; godsend; good luck; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall	bit of good luck; bit of luck; chance hit; fluke; godsend; piece of good luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; windfall
-	fortune; hazard; luck; opportunity; probability; prospect
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	adventure; bump; encounter; find; gamble; happen; hazard; risk; run a risk; take a chance; take chances
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	casual
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	hazard; luck; opportunity

Verwante woorden van "chance":

chances

Synoniemen voor "chance":

accidental; casual; unplanned
opportunity; possibility; possibleness
luck; fortune; hazard; phenomenon
risk; peril; danger
probability; measure; quantity; amount
prospect; potential; potentiality; potency
happen; hap; go on; pass off; occur; pass; fall out; come about; take place
gamble; risk; hazard; take chances; adventure; run a risk; take a chance; try; seek; attempt; essay; assay
find; happen; bump; encounter

Verwante definities voor "chance":

occurring or appearing or singled out by chance¹
- a chance occurrence¹
a risk involving danger¹
- you take a chance when you let her drive¹
a measure of how likely it is that some event will occur; a number expressing the ratio of favorable cases to the whole number of cases possible¹
an unknown and unpredictable phenomenon that causes an event to result one way rather than another¹
- we ran into each other by pure chance¹
the possibility of future success¹
a possibility due to a favorable combination of circumstances¹
- now is your chance¹
come upon, as if by accident; meet with¹
- She chanced upon an interesting book in the bookstore the other day¹
take a risk in the hope of a favorable outcome¹
be the case by chance¹
- I chanced to meet my old friend in the street¹

Wiktionary: chance

chance

noun

probability of something happening
- chance → Wahrscheinlichkeit
random occurrence
- chance → Zufall
an opportunity or possibility
- chance → Chance; Gelegenheit; Möglichkeit

chance

noun

ohne Plural: der Zufall als tätiges Subjekt
- Zufall → chance
das nicht Vorhersehbare, das nicht Beabsichtigte
- Zufall → fortuity; coincidence; accident; chance; case
Grad von Möglichkeit
- Wahrscheinlichkeit → chance; probability
die einschätzen Wahrscheinlichkeit von Gefahr
- Risiko → risk; chance
(geringe) Ereigniswahrscheinlichkeit
- Möglichkeit → eventuality; chance; possibility
die Angabe, wie wahrscheinlich oder unwahrscheinlich etwas ist
- Chance → odds; chance
eine Situation, die jemandem etwas ermöglicht, eine Möglichkeit, eine Aussicht auf etwas
- Chance → prospect; opportunity; chance

Cross Translation:

From	To	Via
• chance	→ Möglichkeit; Chance; Gelegenheit	↔ kans — een mooie gelegenheid
• chance	→ Wahrscheinlichkeit; Chance	↔ kans — de mogelijkheid dat er iets gaat gebeuren
• chance	→ Möglichkeit; Chance	↔ chance — Tout évènement, heureux ou malheureux, qui peut résulter d’un ordre de choses donné
• chance	→ Zufall; Kontingenz	↔ hasard — Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu

Remove Ads

Vertaal chances van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor chances (Engels) in het Duits

chances:

chances [the ~] zelfstandig naamwoord

the chances (opportunities)

the chances (opportunities)

Vertaal Matrix voor chances:

Verwante woorden van "chances":

chance:

chance [the ~] zelfstandig naamwoord

the chance (possibility; opportunity)

the chance (piece of good luck; lucky coincidence; godsend; pleasant surprise; stroke of unexpected luck; piece of luck; stroke of luck; bit of good luck; bit of luck)

the chance (fortunate; good luck)

the chance (windfall; godsend; stroke of luck; piece of luck)

the chance (windfall; godsend; bit of luck)

the chance (windfall; bit of luck; godsend)

Vertaal Matrix voor chance:

Verwante woorden van "chance":

Synoniemen voor "chance":

Verwante definities voor "chance":

Wiktionary: chance