Cashier in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

cashier:
- Kassiererin; Kassierer; Kassenführerin; Kassenwart; Kassenführer; Kassenbote; Einzieher; Kollektant
Wiktionary:
- cashier → Kassierer, Kassiererin, Kassier
- cashier → Kassierer, Zahlmeister

Engels

Uitgebreide vertaling voor cashier (Engels) in het Duits

the cashier (cash girl; teller)
die Kassiererin
- Kassiererin [die ~] zelfstandig naamwoord
the cashier
die Kassiererin; der Kassierer
- Kassiererin [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kassierer [der ~] zelfstandig naamwoord
the cashier
die Kassenführerin
- Kassenführerin [die ~] zelfstandig naamwoord
the cashier
der Kassenwart; der Kassenführer
- Kassenwart [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kassenführer [der ~] zelfstandig naamwoord
the cashier (collector)
der Kassierer; der Kassenbote; der Einzieher; der Kollektant
- Kassierer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kassenbote [der ~] zelfstandig naamwoord
- Einzieher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kollektant [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Einzieher	cashier; collector
Kassenbote	cashier; collector
Kassenführer	cashier	chamberlain; treasurer
Kassenführerin	cashier
Kassenwart	cashier
Kassierer	cashier; collector	chamberlain; treasurer
Kassiererin	cash girl; cashier; teller
Kollektant	cashier; collector	collector; collector of donations; collector of gifts
-	bank clerk; teller
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	treasurer

a person responsible for receiving payments for goods and services (as in a shop or restaurant)¹
an employee of a bank who receives and pays out money¹
discharge with dishonor, as in the army¹
discard or do away with¹
- cashier the literal sense of this word¹

cashier

noun

person in charge of the cash of a business or bank
- cashier → Kassierer; Kassiererin
one who works at a till or receiving payments
- cashier → Kassiererin; Kassierer

cashier

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• cashier	→ Kassierer	↔ kassier — iemand die het beheer heeft over kas en de mutaties ervan bijhoudt
• cashier	→ Kassierer	↔ caissier — personne qui tient la caisse
• cashier	→ Zahlmeister	↔ trésorier — Personne qui, dans une association, est chargée de percevoir les revenus, le montant des souscriptions, et d’en rendre compte.