Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- calmly:
-
calm:
- ruhig; herzlich; friedlich; entgegenkommend; gelassen; gleichmütig; unbewegt; zugänglich; liebenswürdig; freundschaftlich; sanft; freundlich; jovial; still; geruhsam; sympathisch; friedliebend; friedfertig; seren; kalm; unbesorgt; leise; windstill; geduldig; fügsam; langmütig; passiv; sich fügend; völlig windstill
- Gemütsruhe; Flaute; Kalme
- beruhigen; lindern
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor calmly (Engels) in het Duits
calmly:
-
calmly (calm; quiet; peaceful; serene; tranquil; restful; placid; composed; quietly; still; uneventful; silent; unemotional; collected)
ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; zugänglich; jovial; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; freundschaftlich; kalm; entgegenkommend; unbewegt-
ruhig bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
still bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
geruhsam bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
friedlich bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
friedliebend bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
friedfertig bijvoeglijk naamwoord
-
seren bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
kalm bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
calmly (serene; quiet; quietly; peaceful; tranquil; still; placid; calm; restful)
Vertaal Matrix voor calmly:
Verwante woorden van "calmly":
Synoniemen voor "calmly":
Verwante definities voor "calmly":
calm:
-
calm (composed; equanimous; placid; cool; collected)
ruhig; herzlich; friedlich; entgegenkommend; gelassen; gleichmütig; unbewegt; zugänglich; liebenswürdig; freundschaftlich; sanft; freundlich; jovial-
ruhig bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
friedlich bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
gelassen bijvoeglijk naamwoord
-
gleichmütig bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
-
calm (quiet; peaceful; serene; tranquil; restful; placid; calmly; composed; quietly; still; uneventful; silent; unemotional; collected)
ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; zugänglich; jovial; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; freundschaftlich; kalm; entgegenkommend; unbewegt-
ruhig bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
still bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
geruhsam bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
friedlich bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
friedliebend bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
friedfertig bijvoeglijk naamwoord
-
seren bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
kalm bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
calm (quiet; peaceful; tranquil)
-
calm (still)
-
calm (serene; quiet; quietly; peaceful; tranquil; still; placid; calmly; restful)
-
calm
-
calm (waiting patiently; patient)
-
calm (resigned)
-
calm (dead calm; tranquil; wind-still; not a leaf is stirring)
völlig windstill-
völlig windstill bijvoeglijk naamwoord
-
-
the calm (peace of mind; serenity; tranquillity of mind; composure; inner peace; inner calm)
die Gemütsruhe -
the calm
-
to calm (calming down; soothing)
Conjugations for calm:
present
- calm
- calm
- calms
- calm
- calm
- calm
simple past
- calmed
- calmed
- calmed
- calmed
- calmed
- calmed
present perfect
- have calmed
- have calmed
- has calmed
- have calmed
- have calmed
- have calmed
past continuous
- was calming
- were calming
- was calming
- were calming
- were calming
- were calming
future
- shall calm
- will calm
- will calm
- shall calm
- will calm
- will calm
continuous present
- am calming
- are calming
- is calming
- are calming
- are calming
- are calming
subjunctive
- be calmed
- be calmed
- be calmed
- be calmed
- be calmed
- be calmed
diverse
- calm!
- let's calm!
- calmed
- calming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor calm:
Verwante woorden van "calm":
Synoniemen voor "calm":
Antoniemen van "calm":
Verwante definities voor "calm":
Wiktionary: calm
calm
Cross Translation:
verb
calm
-
to make calm
- calm → ruhig stellen; beruhigen
-
free of noise and disturbance
- calm → ruhig
adjective
-
gleich bleibend, ohne Erregung, gelassen, unerschütterlich
-
ruhig – meist trotz nervöser Atmosphäre; nicht beeindruckt
-
die Abwesenheit von Wind; das Fehlen jeglichen Windes
-
die Abwesenheit von Ablenkung, Störung, Geräusch und Bewegung; fast völlige Stille und Bewegungslosigkeit
- Ruhe → tranquility; calm; quiet
-
Meteorologie: Windstille
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• calm | → besänftigenn; beruhigen | ↔ kalmeren — kalm worden |
• calm | → ruhig | ↔ kalm — weinig in beroering, zonder opwinding |
• calm | → besänftigen; dämpfen; züchtigen | ↔ apaiser — ramener au calme, à un état paisible. |
• calm | → gelassen; gemütlich; ruhig; still; fromm; sanft | ↔ calme — Qui est sans turbulence, sans agitation, tant au sens physique qu’au sens moral. |
• calm | → beruhigen | ↔ rassurer — redonner l’assurance, rendre la confiance, la tranquillité. |
• calm | → Ruhe; Stille; Pause | ↔ repos — privation, cessation de mouvement, d’activité ou d’effort,. |
• calm | → heiter; ungetrübt | ↔ serein — Qui est clair, doux, pur et calme, en parlant du ciel, de l’air, du temps. |
• calm | → ruhig; gelassen; gemütlich; still; fromm; sanft | ↔ tranquille — Qui est paisible, calme, sans agitation. |