Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal bumps

Vertaal bumps van Engels naar Duits

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bumps:
  2. bump:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor bumps (Engels) in het Duits

bumps:

bumps [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bumps (lumps)
    der Buckel; die Unebenheite

Vertaal Matrix voor bumps:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Buckel bumps; lumps hump; lump; swelling
Unebenheite bumps; lumps

Verwante woorden van "bumps":


bump:

bump [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bump (obstacle; knob)
    die Unebenheit
  2. the bump (nudge; push; shove; )
    der Stoß; der Schlag; der Puff; der Bums; der leichter Stoß; der Anstoß; der Anprall; der Zusammenstoß
    • Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Puff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
    • leichter Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Anstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Anprall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zusammenstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the bump (crash; boom; smack; )
    der Bums; der Knall; der Krach; der Plumps; der Schuß; der Fall
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krach [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Plumps [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schuß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. the bump (thump; thud)
    der Stoß; der Krach; der Schlag; der Knall; der Bums
    • Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krach [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. the bump (bruise; swelling; lump)
    die Verletzung; die Verwundung
  6. the bump
    Holpern
    • Holpern [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bump:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anprall blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row
Anstoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust caprice; goal; impulse; incentive; incitement; initiative; start; stimulant; stimulation; stimulus; thrill; whim
Bums bang; blast; blow; boom; buffer; bump; bumper; crash; jab; nudge; punch; push; shove; smack; thrust; thud; thump blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper
Fall bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump bust-up; case; collapse; crash; destruction; disadvantage; downfall; drawback; issue; opinion; point of view; position; problem; problematical case; question; ruin; sagging; slump; smash; standpoint; view
Holpern bump
Knall bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump bang; boom; crack; detonation; explosion; pop
Krach bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump argument; cabal; clamor; clamour; conflict; crash; difference of opinion; din; disagreement; discord; disorder; dispute; disturbance; hubbub; hullabaloo; hum; interference; movement; noise; quarrel; racket; roar; row; rumor; rumour; rumpus; struggle; trouble; tumult; tumultuousness; wrestle
Plumps bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump splash
Puff blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust backgammon; blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper
Schlag blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; thud; thump bellbottomed trouser leg; blow; bolt; caretaker; clap of thunder; clout; doorkeeper; flare; flash of lightning; hall porter; jab; janitor; knock; loose-fitting leg; nudge; pigeon house; punch; slap; smack; species; streak; thunderbolt; wallop; whopper
Schuß bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump bang; boom; crack; cutting; dash; detonation; explosion; little dashes; pop; shoot; shot; splash; sprig; sprout; squeeze
Stoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; thud; thump accumulation; argument; bang; blow; boot; bumping into; colliding with; conflict; crashing into; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; heap; kick; kicking; load; pile; piling up; quarrel; row; shake; slap; swim stroke
Unebenheit bulge; bump; knob; obstacle bumpiness; roughness; unevenness
Verletzung bruise; bump; lump; swelling being bruised; bruising; crime; criminal offence; delict; hurt; hurting; hurting someone's feelings; injuries; injuring; injury; misbehavior; misbehaviour; misdemeanor; misdemeanour; offence; offending; offense; wound; wounding
Verwundung bruise; bump; lump; swelling hurt; injury; wound
Zusammenstoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust argument; bumping into; colliding with; collision; conflict; crash; crashing into; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; hit; quarrel; row; smash
leichter Stoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
- blow
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- break; chance; demote; dislodge; encounter; find; happen; kick downstairs; knock; relegate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anprall impact

Verwante woorden van "bump":


Synoniemen voor "bump":


Antoniemen van "bump":


Verwante definities voor "bump":

  1. an impact (as from a collision)1
    • the bump threw him off the bicycle1
  2. a lump on the body caused by a blow1
  3. knock against with force or violence1
    • My car bumped into the tree1
  4. remove or force from a position of dwelling previously occupied1
  5. dance erotically or dance with the pelvis thrust forward1
    • bump and grind1
  6. come upon, as if by accident; meet with1
  7. assign to a lower position; reduce in rank1

Wiktionary: bump

bump
noun
  1. the sound of such a collision
  2. a protuberance on a level surface
  3. a swelling on the skin caused by illness or injury
  4. a light blow or jolting collision
bump
noun
  1. kleiner Hügel in der Landschaft
  2. Anschwellung der Haut
Cross Translation:
FromToVia
• bump → stoßen ↔ stoten — met een korte snelle beweging (weg)duwen
• bump → Hubbel ↔ hobbel — een kleine verhoging in de weg
• bump → Anschwellung; Beule; Brausche; Buckel; Höcker; Neigung; Talent; Schwellen; Schwellung; Knolle; Knoten ↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• bump → Beule; Knolle; Knoten ↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• bump → Beule; Knolle; Knoten ↔ protubérance — didactique|fr éminence, saillie.
• bump → Protuberanz; Vorsprung ↔ saillie — Avancée à la surface d’un objet.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0714 seconde
Page rendered in 1.0 seconds