Engels

Uitgebreide vertaling voor brood (Engels) in het Duits

brood:

brood [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the brood (descendants; children; offspring; progeny; successors)
    der Nachkommen; die Nachwelt; die Nachkommenschaft
  2. the brood (brooding; sitting)
    der Pack; Zeug; die Brut; Gesindel; die Sippschaft; die Kanaille; der Plebs; der Pöbel; Gelichter; Lumpengesindel
    • Pack [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Brut [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Sippschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kanaille [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Plebs [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gelichter [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lumpengesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. the brood
    die Brut; die Sprößlinge; Gezücht
  4. the brood (young animals)
    Jungen; junge Tieren

to brood werkwoord (broods, brooded, brooding)

  1. to brood (think; consider; ponder; )
    nachdenken; überlegen; sinnen; grübeln
    • nachdenken werkwoord (denke nach, denkst nach, denkt nach, dachte nach, dachten nach, nachgedacht)
    • überlegen werkwoord (überlege, überlegst, überlegt, überlegte, überlegtet, überlegt)
    • sinnen werkwoord (sinne, sinnst, sinnt, sann, sannt, gesonnen)
    • grübeln werkwoord (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)
  2. to brood (worry; bother; fret; mope)
    grübeln; nachdenken; brüten; hin und her überlegen
    • grübeln werkwoord (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)
    • nachdenken werkwoord (denke nach, denkst nach, denkt nach, dachte nach, dachten nach, nachgedacht)
    • brüten werkwoord (brüte, brütest, brütet, brütete, brütetet, gebrütet)
    • hin und her überlegen werkwoord (überlege hin und her, überlegst hin und her, überlegt hin und her, überlegte hin und her, überlegtet hin und her, hin und her überlegt)
  3. to brood (fret; worry)

Conjugations for brood:

present
  1. brood
  2. brood
  3. broods
  4. brood
  5. brood
  6. brood
simple past
  1. brooded
  2. brooded
  3. brooded
  4. brooded
  5. brooded
  6. brooded
present perfect
  1. have brooded
  2. have brooded
  3. has brooded
  4. have brooded
  5. have brooded
  6. have brooded
past continuous
  1. was brooding
  2. were brooding
  3. was brooding
  4. were brooding
  5. were brooding
  6. were brooding
future
  1. shall brood
  2. will brood
  3. will brood
  4. shall brood
  5. will brood
  6. will brood
continuous present
  1. am brooding
  2. are brooding
  3. is brooding
  4. are brooding
  5. are brooding
  6. are brooding
subjunctive
  1. be brooded
  2. be brooded
  3. be brooded
  4. be brooded
  5. be brooded
  6. be brooded
diverse
  1. brood!
  2. let's brood!
  3. brooded
  4. brooding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor brood:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brut brood; brooding; sitting rabble; ragtag; riffraff; scum
Gelichter brood; brooding; sitting mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum
Gesindel brood; brooding; sitting mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum; vermin
Gezücht brood breeding farm; cattle breeding station; mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum; stock farm
Jungen brood; young animals
Kanaille brood; brooding; sitting rabble; ragtag; riffraff; scum
Lumpengesindel brood; brooding; sitting mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum; vermin
Nachkommen brood; children; descendants; offspring; progeny; successors descendant; descendants; descendent; offspring
Nachkommenschaft brood; children; descendants; offspring; progeny; successors descendant; descendent; offspring
Nachwelt brood; children; descendants; offspring; progeny; successors
Pack brood; brooding; sitting rabble; ragtag; riffraff; scum
Plebs brood; brooding; sitting mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum
Pöbel brood; brooding; sitting growl; mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum; snarl; vermin
Sippschaft brood; brooding; sitting family; family unit; household; mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum
Sprößlinge brood cuttings; shoots; sprigs
Zeug brood; brooding; sitting article; articles; attire; bend; cloth; clothes; clothing; clothing material; curve; dress; gadget; garb; garments; good; goods; item; items; junk; livery; matter; object; outfit; stuff; thing; things; trash; turn
junge Tieren brood; young animals
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brüten bother; brood; fret; mope; worry be brewing; break one's head; contemplate; do jigsaw puzzles; hatch out; meditate on; muse; muse on; ponder on; puzzle; reflect on; solve crossword puzzles
grübeln bother; brood; cogitate; consider; fret; mope; muse; ponder; reflect; think; wonder; worry be indecised; break one's head; brood over; contemplate; defer; delay; deter; do jigsaw puzzles; doubt; hesitate; linger; meditate on; muse; muse on; nurse a grievance; ponder; ponder on; pout; procrastinate; put off; puzzle; question; reflect on; solve crossword puzzles; sulk; tarry; think hard; vacillate; waver; worry about
hin und her überlegen bother; brood; fret; mope; worry do jigsaw puzzles; puzzle; solve crossword puzzles
nachdenken bother; brood; cogitate; consider; fret; mope; muse; ponder; reflect; think; wonder; worry consider; contemplate; devise; do jigsaw puzzles; do some hard thinking; lay schemes; make plans; meditate on; muse on; philosophise; philosophize; plan; plot; ponder on; puzzle; reflect; reflect on; solve crossword puzzles; think better of it
sich abmühen brood; fret; worry drudge; go out of one's way; put oneself out; slave; slave away; step up; work hard; work oneself to the bone; work to pieces
sich abquälen brood; fret; worry
sinnen brood; cogitate; consider; muse; ponder; reflect; think; wonder contemplate; devise; lay schemes; make plans; meditate on; muse; muse on; plan; plot; ponder on; reflect on
überlegen brood; cogitate; consider; muse; ponder; reflect; think; wonder consider; contemplate; meditate on; muse on; ponder on; reflect on; regard; think it over; think out; think over
- bulk large; cover; dwell; grizzle; hatch; hover; incubate; loom; pout; stew; sulk
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- offspring; progeny
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
überlegen covered; equal to

Verwante woorden van "brood":


Synoniemen voor "brood":


Verwante definities voor "brood":

  1. the young of an animal cared for at one time1
  2. sit on (eggs)1
    • Birds brood1
  3. think moodily or anxiously about something1
  4. be in a huff; be silent or sullen1
  5. be in a huff and display one's displeasure1
  6. hang over, as of something threatening, dark, or menacing1
    • The terrible vision brooded over her all day long1

Wiktionary: brood

brood
verb
  1. to dwell upon moodily and at length
  2. to keep an egg warm
noun
  1. -
brood
  1. (umgangssprachlich) über etwas angestrengt nachdenken
  2. Zoologie: Eiern Wärme zuführen, um die Entwicklung des Nachwuchses zu gewährleisten

Cross Translation:
FromToVia
brood brüten broeden — een gelegd ei met lichaamswarmte warm houden
brood brüten couver — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van brood