Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal breach

Vertaal breach van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

breach:
- Loch; Öffnung; Bresche; Einschläge; Aufmachung; Einschlag
Wiktionary:
- breach → Brechen, Bruch, Bresche, Verstoß
- breach → brechen, abbrechen, aufbrechen, zermalmen, zerschmettern, Bresche, Lücke, Walldurchbruch, Mauerdurchbruch, Bruch, Spalt

Engels

Uitgebreide vertaling voor breach (Engels) in het Duits

breach:

breach [the ~] zelfstandig naamwoord

the breach
Loch; die Öffnung; die Bresche; die Einschläge; die Aufmachung; der Einschlag
- Loch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Öffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bresche [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einschläge [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor breach:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufmachung	breach	attire; costume; cover; dress; expulsion; packaging; wear; wrapper; wrapping
Bresche	breach
Einschlag	breach	binding; book cover; cover
Einschläge	breach	character description; character profile; characterisation; characteristic; characterization; feature; quality
Loch	breach	box; carton; doorway; hamlet; hole; leak; leakage; punch-mark; puncture; storing space
Öffnung	breach	doorway; hole; leak; leakage; opening; punch-mark; puncture
-	break; falling out; rift; rupture; severance
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	break; gap; go against; infract; offend; transgress; violate

Verwante woorden van "breach":

breaches

Synoniemen voor "breach":

failure
opening; gap
rupture; break; severance; rift; falling out; separation; breakup; detachment
transgress; offend; infract; violate; go against; break; disrespect
gap; open; open up

Antoniemen van "breach":

keep

Verwante definities voor "breach":

a failure to perform some promised act or obligation¹
a personal or social separation (as between opposing factions)¹
an opening (especially a gap in a dike or fortification)¹
make an opening or gap in¹
act in disregard of laws, rules, contracts, or promises¹

Wiktionary: breach

breach

noun

breaking of waves
- breach → Brechen
breaking up of amicable relations
- breach → Bruch
gap
- breach → Bruch; Bresche
break of a law or obligation
- breach → Verstoß
figuratively: the act of breaking
- breach → Bruch

breach

(Regeln, Gesetze, Üblichkeiten und ähnliches) übertreten, nicht einhalten
- brechen → breach

noun

Nichteinhaltung, Übertretung eines Gesetzes, einer Norm oder Abmachung
- Verstoß → violation; breach
ein einhalten einer Vereinbarung, Vertrages, Übereinkunft
- Bruch → rupture; infringement; breaking-off; breach; violation
das körperliche Brechen, Zertrennen eines Gegenstandes; Materials; der Ort des Brechens; ein Auseinander gehen, Trennen im weitesten Sinne von Gegenständen, Materialien, Verbindungen, Zusammenschlüssen
- Bruch → rupture; breach; break

Cross Translation:

From	To	Via
• breach	→ brechen; abbrechen; aufbrechen; zermalmen; zerschmettern	↔ briser — rompre, mettre en pièces.
• breach	→ Bresche; Lücke; Walldurchbruch; Mauerdurchbruch; Bruch; Spalt	↔ brèche — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van breach

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University