Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
base:
- begründen auf; beruhen auf; begründen; stützen; gründen; fundieren; ausphälen
- Base; Wohnung; Zuhause; Heim; Wohnort; Sitz; Wohnsitz; Fundament; Grundierung; Fußboden; Boden; Grund; Erde; Grundfläche; Haus; Grundzahl
- nieder; niedrig; schlimm; öffentlich; tief; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; scheußlich; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; obszön; schweinisch; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schuftig; schmählich; schändlich; unedel; schurkisch; nicht adlig
-
Wiktionary:
- base → basieren
- base → Basis, Base, Kaserne, Grundlage, Unterlage, Untergrund, Korpus, Grundzahl, Fuß, Fliegerhorst
- base → schnöde
- base → basieren, Base, Basis, Grundlage
Engels
Uitgebreide vertaling voor base (Engels) in het Duits
base:
-
to base
-
to base
-
to base (lay the foundations of; ground; found)
Conjugations for base:
present
- base
- base
- bases
- base
- base
- base
simple past
- based
- based
- based
- based
- based
- based
present perfect
- have based
- have based
- has based
- have based
- have based
- have based
past continuous
- was basing
- were basing
- was basing
- were basing
- were basing
- were basing
future
- shall base
- will base
- will base
- shall base
- will base
- will base
continuous present
- am basing
- are basing
- is basing
- are basing
- are basing
- are basing
subjunctive
- be based
- be based
- be based
- be based
- be based
- be based
diverse
- base!
- let's base!
- based
- basing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the base
-
the base (home; residence; house)
-
the base (foundation)
-
the base (floor; ground; bottom)
-
the base (basal area; substructure)
die Grundfläche -
the base (residence; home)
-
the base (radix)
-
base (low)
-
base (villainous; mean; nasty)
schlimm; öffentlich; tief; niedrig; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; scheußlich; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; obszön; schweinisch; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schuftig; schmählich; schändlich; unedel; schurkisch; nicht adlig-
schlimm bijvoeglijk naamwoord
-
öffentlich bijvoeglijk naamwoord
-
tief bijvoeglijk naamwoord
-
niedrig bijvoeglijk naamwoord
-
schwach bijvoeglijk naamwoord
-
schmutzig bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
winzig bijvoeglijk naamwoord
-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
platt bijvoeglijk naamwoord
-
scheußlich bijvoeglijk naamwoord
-
seicht bijvoeglijk naamwoord
-
schäbig bijvoeglijk naamwoord
-
verrucht bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
obszön bijvoeglijk naamwoord
-
schweinisch bijvoeglijk naamwoord
-
trivial bijvoeglijk naamwoord
-
verbrecherisch bijvoeglijk naamwoord
-
schlüpfrig bijvoeglijk naamwoord
-
schelmisch bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
schofel bijvoeglijk naamwoord
-
schwächlich bijvoeglijk naamwoord
-
schamlos bijvoeglijk naamwoord
-
schuftig bijvoeglijk naamwoord
-
schmählich bijvoeglijk naamwoord
-
schändlich bijvoeglijk naamwoord
-
unedel bijvoeglijk naamwoord
-
schurkisch bijvoeglijk naamwoord
-
nicht adlig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor base:
Verwante woorden van "base":
Synoniemen voor "base":
Verwante definities voor "base":
Wiktionary: base
base
Cross Translation:
verb
base
-
have as its foundation or starting point
- base → basieren
noun
-
unter etwas liegender Gegenstand oder Schicht (Schichte) als Schutz, Stärkung oder Höhenausgleich
-
Bauwesen: Basis für einen Bau
- Untergrund → basis; ground; base; footing
-
das Grundteil eines Möbelstücks (ohne Türen usw.)
-
Basiszahl einer Potenz oder eines Logarithmus
-
etwas (bereits Vorhandenes), auf das man etwas aufbauen oder von dem aus man etwas weiterentwickeln kann. Wesentlicher Bestandteil (einer Idee, Theorie, Lehre)
- Grundlage → groundwork; basis; base
-
unterer tragender Teil von aufragenden, aufrecht stehenden Dingen, Gegenständen
-
militärischer Flugplatz, meist mit Einrichtungen zur Schulung
-
allgemein: Grundlage
-
Chemie: eine alkalisch reagierende chemische Verbindung, deren pH-Wert über 7 liegt; nimmt leicht Protonen (H+) auf
-
verachtenswert, erbärmlich, niederträchtig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• base | → basieren | ↔ baseren — (overgankelijk) ~ op: gronden, doen steunen |
• base | → Base | ↔ base — een ion of molecuul dat de neiging heeft een proton op te nemen |
• base | → Base | ↔ base — een stof die een of meer hydroxylgroepen bevat en in een waterige oplossing OH-ionen afsplitst |
• base | → Basis, Grundlage | ↔ base — partie inférieure d’un corps quelconque qui lui servir de soutien. |