Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. banality:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor banality (Engels) in het Duits

banality:

banality [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the banality (triviality; triteness)
    die Banalität; die Trivialität

Vertaal Matrix voor banality:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Banalität banality; triteness; triviality
Trivialität banality; triteness; triviality
- bromide; cliche; commonplace; platitude

Verwante woorden van "banality":

  • banalities

Synoniemen voor "banality":


Verwante definities voor "banality":

  1. a trite or obvious remark1

Wiktionary: banality

banality
noun
  1. something which is banal
  2. quality of being banal
banality
noun
  1. die Alltäglichkeit, die Selbstverständlichkeit: Unter Banalität versteht man einen Sachverhalt oder einen Vorgang, der von einem bestimmten Teil der Menschen mit einem bestimmten Bildungsgrad als allgemein bekannt eingestuft und daher als der vertieften Betrachtung nicht wert betrachtet wird.