Engels

Uitgebreide vertaling voor assail (Engels) in het Duits

assail:

assail werkwoord

  1. assail (assault)
    belästigen; notzüchten; vergewaltigen
    • belästigen werkwoord (belästige, belästigst, belästigt, belästigte, belästigtet, belästigent)
    • notzüchten werkwoord
    • vergewaltigen werkwoord (vergewaltige, vergewaltigst, vergewaltigt, vergewaltigte, vergewaltigtet, vergewaltigt)

Vertaal Matrix voor assail:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belästigen assail; assault anger; annoy; antagonise; antagonize; assault; batter; beat up; bully; cause irritation; chafe; give offence; harass; impede; irritate; molest; pester; provoke; tease; torture; vex
notzüchten assail; assault
vergewaltigen assail; assault desecrate; rape; violate
- assault; attack; lash out; round; set on; snipe

Verwante woorden van "assail":

  • assailing, assailable

Synoniemen voor "assail":


Antoniemen van "assail":


Verwante definities voor "assail":

  1. attack in speech or writing1
  2. launch an attack or assault on; begin hostilities or start warfare with1
    • Serbian forces assailed Bosnian towns all week1
  3. attack someone physically or emotionally1
    • Nightmares assailed him regularly1