Architecture in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

architecture:
- Architektur; Baukunst; Bautechnik; Baukunde; Konstruktionstechnik
Wiktionary:
- architecture → Architektur
- architecture → Architektur, Baufach, Baukunst, Baustil, Aufbau, Form, Struktur

Engels

Uitgebreide vertaling voor architecture (Engels) in het Duits

the architecture (composition)
die Architektur; die Baukunst; die Bautechnik
- Architektur [die ~] zelfstandig naamwoord
- Baukunst [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bautechnik [die ~] zelfstandig naamwoord
the architecture (building engineering)
die Bautechnik; der Baukunde
- Bautechnik [die ~] zelfstandig naamwoord
- Baukunde [der ~] zelfstandig naamwoord
the architecture (constuction technique)
die Konstruktionstechnik; die Bautechnik; die Baukunst
- Konstruktionstechnik [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bautechnik [die ~] zelfstandig naamwoord
- Baukunst [die ~] zelfstandig naamwoord
the architecture
die Baukunst
- Baukunst [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Architektur	architecture; composition
Baukunde	architecture; building engineering
Baukunst	architecture; composition; constuction technique
Bautechnik	architecture; building engineering; composition; constuction technique	building technique
Konstruktionstechnik	architecture; constuction technique
-	computer architecture

building; edifice
discipline; subject; subject area; subject field; field; field of study; study; bailiwick; branch of knowledge; fine arts; beaux arts
profession
computer architecture; structure

the profession of designing buildings and environments with consideration for their esthetic effect¹
an architectural product or work¹
(computer science) the structure and organization of a computer's hardware or system software¹
- the architecture of a computer's system software¹
the discipline dealing with the principles of design and construction and ornamentation of fine buildings¹
- architecture and eloquence are mixed arts whose end is sometimes beauty and sometimes use¹

architecture

noun

art and science of designing buildings and other structures
- architecture → Architektur

architecture

noun

Technik: die in einem Gerät verbaute Technologie, im Gegensatz zu eher Peripherie Bestandteilen
- Architektur → architecture
die stilistische Ausführung, Gestaltung eines Bauwerks
- Architektur → architecture
kein Plural: wissenschaftliche Baukunst
- Architektur → architecture

Cross Translation:

From	To	Via
• architecture	→ Architektur; Baufach; Baukunst; Baustil; Aufbau; Form; Struktur	↔ architecture — art de concevoir, de construire et de transformer des édifices et des espaces extérieurs selon des critères esthétiques et des règles sociales, techniques, économiques, environnementales déterminées.

Computer vertaling door derden: