Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. apprenticeship:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor apprenticeship (Engels) in het Duits

apprenticeship:

apprenticeship [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the apprenticeship
    die Lehrjahre
  2. the apprenticeship
    die Lehre
    • Lehre [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the apprenticeship (pupillage; period of training; school years)
    die Lehrzeit; die Lernzeit

Vertaal Matrix voor apprenticeship:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lehre apprenticeship course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition
Lehrjahre apprenticeship
Lehrzeit apprenticeship; period of training; pupillage; school years
Lernzeit apprenticeship; period of training; pupillage; school years

Verwante woorden van "apprenticeship":

  • apprenticeships

Synoniemen voor "apprenticeship":


Verwante definities voor "apprenticeship":

  1. the position of apprentice1

Wiktionary: apprenticeship

apprenticeship
noun
  1. system by which a person learning a craft or trade is instructed
    • apprenticeshipLehre
  2. condition of, or the time served by, an apprentice
apprenticeship
Cross Translation:
FromToVia
apprenticeship Lernen; Erlernen; Lehre; Lehrzeit apprentissageaction d’apprendre un métier ; état d’un apprenti.