Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- annoyed:
- annoy:
-
Wiktionary:
- annoyed → verärgert, sauer, böse, ungehalten
- annoy → stören, ärgern, belästigen, ennuyieren, verstimmen
- annoy → sekkieren, ärgern, entrüsten, anreizen, aufhetzen, reizen, aufreizen, angreifen, herausfordern, stumpf machen, provozieren, bekümmern, betrüben, kränken, Kummer bereiten, verdrießen, quälen, verärgern, verstimmen, behindern, stören, beengen
Engels
Uitgebreide vertaling voor annoyed (Engels) in het Duits
annoyed:
-
annoyed (furious; mad; upset; enraged; raging; fierce; infuriated; irate)
-
annoyed (indignant; displeased; upset; enraged; vexed; irate; livid; angry)
verärgert; bitterböse; aufgeregt; empört; böse; verstimmt; haßerfüllt; ärgerlich; aufgebracht; erzürnt; erbost; ergrimmt-
verärgert bijvoeglijk naamwoord
-
bitterböse bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeregt bijvoeglijk naamwoord
-
empört bijvoeglijk naamwoord
-
böse bijvoeglijk naamwoord
-
verstimmt bijvoeglijk naamwoord
-
haßerfüllt bijvoeglijk naamwoord
-
ärgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
aufgebracht bijvoeglijk naamwoord
-
erzürnt bijvoeglijk naamwoord
-
erbost bijvoeglijk naamwoord
-
ergrimmt bijvoeglijk naamwoord
-
-
annoyed (disgruntled; displeased with)
verstimmt; ärgerlich; unzufrieden; verdrießlich; mißvergnügt-
verstimmt bijvoeglijk naamwoord
-
ärgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
unzufrieden bijvoeglijk naamwoord
-
verdrießlich bijvoeglijk naamwoord
-
mißvergnügt bijvoeglijk naamwoord
-
-
annoyed (bothered; irritated)
Vertaal Matrix voor annoyed:
Verwante woorden van "annoyed":
Synoniemen voor "annoyed":
Verwante definities voor "annoyed":
Wiktionary: annoyed
annoyed
annoyed
annoy:
-
to annoy (irritate; cause irritation; chafe; vex; give offence; anger)
ärgern; irritieren; auf die Nerven gehen; stören; erregen; belästigen; reizen; prickeln-
auf die Nerven gehen werkwoord
-
to annoy (give offence; shock; scandalize; be annoying; scandalise)
-
to annoy (interrupt; bother; disturb)
Conjugations for annoy:
present
- annoy
- annoy
- annoies
- annoy
- annoy
- annoy
simple past
- annoyed
- annoyed
- annoyed
- annoyed
- annoyed
- annoyed
present perfect
- have annoyed
- have annoyed
- has annoyed
- have annoyed
- have annoyed
- have annoyed
past continuous
- was annoying
- were annoying
- was annoying
- were annoying
- were annoying
- were annoying
future
- shall annoy
- will annoy
- will annoy
- shall annoy
- will annoy
- will annoy
continuous present
- am annoying
- are annoying
- is annoying
- are annoying
- are annoying
- are annoying
subjunctive
- be annoyed
- be annoyed
- be annoyed
- be annoyed
- be annoyed
- be annoyed
diverse
- annoy!
- let's annoy!
- annoyed
- annoying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor annoy:
Verwante woorden van "annoy":
Synoniemen voor "annoy":
Wiktionary: annoy
annoy
Cross Translation:
verb
annoy
-
to disturb or irritate
- annoy → stören; ärgern; belästigen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• annoy | → ärgern | ↔ ergeren — gevoelens van onvrede veroorzaken |
• annoy | → entrüsten; anreizen; aufhetzen; reizen; aufreizen; angreifen; herausfordern; stumpf machen; provozieren | ↔ agacer — affecter d’une irritation nerveuse. |
• annoy | → ärgern; bekümmern; betrüben; kränken; Kummer bereiten; verdrießen; quälen | ↔ chagriner — Causer du chagrin, rendre triste. |
• annoy | → ärgern; verärgern; verstimmen | ↔ contrarier — Chagriner, causer du dépit par des actions ou des paroles |
• annoy | → behindern; stören; beengen | ↔ gêner — Causer de la gêne |