Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. announcers:
  2. announcer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor announcers (Engels) in het Duits

announcers:

announcers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the announcers
    der Sprecher; der Ansager
    • Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ansager [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor announcers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansager announcers announcer; entertainer; entertainers; speaker
Sprecher announcers Speaker; informant; informer; lecturer; mouthpiece; orator; rapporteur; representative; speaker; speakers; spokesman; spokesperson; spokeswoman

Verwante woorden van "announcers":


announcer:

announcer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the announcer
    der Ansager
    • Ansager [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor announcer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansager announcer announcers; entertainer; entertainers; speaker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- compere; woman announcer

Verwante woorden van "announcer":


Synoniemen voor "announcer":

  • communicator
  • broadcaster

Verwante definities voor "announcer":

  1. reads news, commercials on radio or television1
  2. someone who proclaims a message publicly1

Wiktionary: announcer

announcer
noun
  1. announcer