Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor aisle (Engels) in het Duits

aisle:

aisle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the aisle (gangway; passage; alley)
    die Gänge; der Durchgang; die Passage; der Gang; der Korridor; die Gasse
    • Gänge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Durchgang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Passage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Korridor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gasse [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the aisle (middle way; central aisle; central path)
    der Mittelweg; der Mittelgänge; der Mittelgang
  3. the aisle (corridor; passage)
    der Korridor; der Gang; der Flur
    • Korridor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Flur [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aisle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Durchgang aisle; alley; gangway; passage corridor; door; doorway; passage
Flur aisle; corridor; passage corridor; foyer; gangway; hall; landing; lobby; vestibule
Gang aisle; alley; corridor; gangway; passage acceleration; at a gallop; at a trot; corridor; gallop; gangway; gear; passage
Gasse aisle; alley; gangway; passage alley
Gänge aisle; alley; gangway; passage corridors
Korridor aisle; alley; corridor; gangway; passage corridor; gangway; passage
Mittelgang aisle; central aisle; central path; middle way
Mittelgänge aisle; central aisle; central path; middle way
Mittelweg aisle; central aisle; central path; middle way
Passage aisle; alley; gangway; passage crossing; expedition; hike; hiking tour; journey; march; passage; sea voyage; tour; transition; voyage
- gangway

Verwante woorden van "aisle":

  • aisles

Synoniemen voor "aisle":


Verwante definities voor "aisle":

  1. passageway between seating areas as in an auditorium or passenger vehicle or between areas of shelves of goods as in stores1
  2. part of a church divided laterally from the nave proper by rows of pillars or columns1
  3. a long narrow passage (as in a cave or woods)1

Wiktionary: aisle

aisle
noun
  1. any path through obstructed space
  2. corridor in a supermarket
  3. clear path through rows of seating
  4. wing of a building, notably in a church
aisle
noun
  1. freier, langgezogener Streifen durch die Vegetation, insbesondere durch den Wald
  2. lang gestreckter Raum einer Kirche oder Kathedrale
  3. Raum zwischen Sitzreihen (Kirche, Kino, Theater, Zug)

Cross Translation:
FromToVia
aisle Durchgang gangpad — een pad voor wandelaars, voetpad
aisle Flur; Hausflur; Korridor; Gang couloir — Passage long et étroit (sens général)

Verwante vertalingen van aisle