Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- abrupt:
-
Wiktionary:
- abrupt → abgestumpft, jäh, abrupt, wortkarg, kurz angebunden, einsiblig, schroff, steil
- abrupt → abrupt, abschüssig, steil, barsch, brüsk, schroff, zerklüftet, jäh, zusammenhanglos, unvermutet, plötzlich, unvorbereitet, zusammenhanglös, starr, steif
Engels
Uitgebreide vertaling voor abrupt (Engels) in het Duits
abrupt:
-
abrupt (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; at once; sudden; all at once; brusque; out of the blue; quick; blunt; swift; rapid; speedy; fast)
plötzlich; auf einmal; unerwartet; unvermittelt; unversehens; schlagartig-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
unvermittelt bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
schlagartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
abrupt (out of the blue; unexpectedly; blunt; suddenly; sudden; all of a sudden; all at once; at once)
unerwartet; unvorhergesehen; unversehens; plötzlich; unvermutet; auf einmal; unverhofft; jählings-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
unvorhergesehen bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
unvermutet bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
unverhofft bijvoeglijk naamwoord
-
jählings bijvoeglijk naamwoord
-
-
abrupt (snarling; snappy)
schroff; reizbar; mürrisch; kurzweg; verdrießlich-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
reizbar bijvoeglijk naamwoord
-
mürrisch bijvoeglijk naamwoord
-
kurzweg bijvoeglijk naamwoord
-
verdrießlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
abrupt (blunt; curt; short; steep)
Vertaal Matrix voor abrupt:
Verwante woorden van "abrupt":
Synoniemen voor "abrupt":
Verwante definities voor "abrupt":
Wiktionary: abrupt
abrupt
Cross Translation:
adjective
abrupt
adjective
-
unerwartet, abrupt und heftig sich entwickelnd
-
steil in die Tiefe abfallend
- jäh → precipitous; abrupt
-
veraltet: steil in die Höhe aufragend
- jäh → precipitous; abrupt
-
plötzlich, unvermittelt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abrupt | → abrupt | ↔ abrupt — plotseling |
• abrupt | → abschüssig; steil; barsch; brüsk; schroff; zerklüftet; abrupt; jäh; zusammenhanglos; unvermutet; plötzlich; unvorbereitet; zusammenhanglös | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• abrupt | → schroff; zerklüftet; abrupt; jäh; zusammenhanglos; unvermutet; plötzlich; unvorbereitet; zusammenhanglös | ↔ brusque — Qui agir par saccades violentes. |
• abrupt | → abschüssig; steil | ↔ escarpé — Qui est en pente raide. |
• abrupt | → steil; schroff; abschüssig; jäh; starr; steif | ↔ raide — Traductions à trier suivant le sens |
• abrupt | → plötzlich; schroff; zerklüftet; abrupt; jäh; zusammenhanglos; unvermutet; unvorbereitet; zusammenhanglös | ↔ soudain — Qui est subit, prompt. |
• abrupt | → plötzlich | ↔ subit — Qui est soudain, qui arriver tout à coup. |