Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- ofcourse:
- of course:
-
Wiktionary:
- of course → natürlich, sicher, selbstverständlich, freilich, selbstredend
- of course → natürlich, selbstverständlich, wohlgemerkt, sicher, jawohl
Engels
Uitgebreide vertaling voor of course (Engels) in het Duits
ofcourse:
-
ofcourse (naturally; voluntary; voluntarily)
natürlich !-
natürlich ! bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ofcourse:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
natürlich ! | naturally; ofcourse; voluntarily; voluntary |
of course:
-
of course (naturally; obviously; apparently; without doubt; indeed; to be sure)
selbstverständlich; natürlich-
selbstverständlich bijvoeglijk naamwoord
-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
of course (sure and certain; certain; certainly; sure; undoubted; positively; positive)
gewiß; sicherlich; entschieden; sicher; endgültig; einwandfrei; gerade heraus; eindeutig; entschlossen; rundheraus-
gewiß bijvoeglijk naamwoord
-
sicherlich bijvoeglijk naamwoord
-
entschieden bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
endgültig bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
gerade heraus bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
entschlossen bijvoeglijk naamwoord
-
rundheraus bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor of course:
Synoniemen voor "of course":
Antoniemen van "of course":
Verwante definities voor "of course":
Wiktionary: of course
of course
Cross Translation:
adverb
of course
-
naturally
- of course → natürlich; sicher; selbstverständlich
adverb
-
selbstverständlich
-
natürlich, für sich selbst redend, selbstverständlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• of course | → natürlich | ↔ natuurlijk — vanzelfsprekend |
• of course | → natürlich; selbstverständlich; wohlgemerkt | ↔ bien entendu — Naturellement, évidemment |
• of course | → sicher; natürlich; selbstverständlich; jawohl | ↔ bien sûr — Évidemment, avec évidence, certainement. |