Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. housewife:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor housewife (Engels) in het Duits

housewife:

housewife [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the housewife
    die Hausfrau
    • Hausfrau [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor housewife:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hausfrau housewife
- homemaker; lady of the house; woman of the house

Verwante woorden van "housewife":


Synoniemen voor "housewife":

  • homemaker; lady of the house; woman of the house; wife; married woman

Verwante definities voor "housewife":

  1. a wife who manages a household while her husband earns the family income1

Wiktionary: housewife

housewife
noun
  1. female head of household
housewife
noun
  1. eine Frau, die Hausarbeiten erledigt